Library sessions: BASta! duo (za. 10/12)

20160519_DO_Basta.jpg

Het optreden van BASta! duo in de Afdeling Muziek en Film van Bibliotheek Zuid is de afsluiter van het programma van de library sessions najaar 2016. Door de verhuizing van de bibliotheek naar de Krook, met opening op 10 maart 2017, is dit het laatste concert op de huidige locatie. Het optreden is gepland van 15 tot 16 uur en de toegang is gratis.
Het eerste seizoen van de library sessions ging van start in het voorjaar van 2013 met het optreden van Dirk Blanchart.

BASta! duo speelt tijdens het concert in de bibliotheek op contrabas, dwarsfluit en altfluit, loops en… een waterphone! De playlist ligt nog niet vast maar betreft enkel nieuwe nummers waar Jana en Joris nog geen titels voor hebben want daar zijn ze niet echt goed in. De cd verschijnt midden ’17, dus moeten ze er wel dringend werk van maken.
In januari verschijnt ook ‘Smells like Aranis’ de nieuwe cd van hun ander gezamenlijk project Aranis.

BASta! duo begon als het eenmansproject van contrabassist en componist Joris Vanvinckenroye. Samen met zijn broers richtte hij in zijn tienerjaren de folk/pop/rockformatie Troissoeur op waarmee ze gedurende een kleine tien jaar de podia in binnen- en buitenland veroverden. In 2002 richtte hij Aranis op, een groep die het midden houdt tussen de finesse van de klassieke muziek en de energie van pop. Joris ging met BASta! voor het eerst solo. Met elektronica neemt hij zichzelf op, legt laag op laag en begeleidt zo zichzelf om te komen tot een vol en harmonieus klankenpalet. Met Jana Arns evolueerde BASta! tot een duo. Naast het programma dat ze brengen tijdens de library sessions, hebben ze ook een voorstelling voor kinderen: DROM. Ze noemen het zelf een magisch, suggestief concert voor jonge oren vanaf 6 jaar. Als freelancer speelde Joris bij Olla Vogala, de tangoformatie La siëste du dromadaire, Wim Mertens Ensemble en deed hij orkestervaring op bij Björk en Roby Lakatos.

De ouders van Joris zijn beide muzikanten (organist/pianist) en dus was er bij hem thuis altijd muziek. Zijn vader vroeg hem eens als hij kind was om een stukje te componeren. De reactie was zeer positief en dat was belangrijk voor Joris..
Toch is hij pas laat, op zestienjarige leeftijd, les gaan volgen. Vanvinckenroye koos voor de contrabas om zijn eerdere tengere lichaamsbouw, toen meer dan nu, te compenseren.

Jana Arns studeerde klassieke muziek aan het conservatorium van Antwerpen en is als fluitiste al 15 jaar verbonden aan het ensemble Aranis, waar ze ook de concerten voor verzorgt. Met Aranis speelde ze in binnen- en buitenland met hoogtepunten in Japan en de Verenigde Staten. Na haar muziekstudies, studeerde ze fotografie aan het SASK. Ze won de laureaat Hulstaert prijs en exposeerde o.m. in De Salons van Sint-Niklaas en Museum M in Leuven. Haar derde passie is literatuur. In september ’16 verscheen haar poëziedebuut ‘Status: het is ingewikkeld’ bij Uitgeverij P. Haar gedichten verschenen in De Poëziekrant, Meander, Gierik NVT, Schoon Schip en De Contrabas. Jana is benieuwd naar de eerste bespreking van haar bundel die in de Poëziekrant van januari 2017 zal verschijnen.

In Jana’s kindertijd wilde een vriendin muziekschool volgen en vroeg of ze mee wilde gaan. Arns wilde dolgraag iets bombastisch en groots als instrument, maar haar moeder bracht haar met de fiets (Jana vanachter), bijgevolg moest het een licht en klein instrument zijn. Haar vriendin koos voor dwarsfluit en Jana volgde. Ze is nooit vergeten dat de allereerste juf dwarsfluit haar zei dat ze talent had. En dit na de allereerste noot die Jana uit het instrument blies.
Toen ze in haar tienerjaren in een productie meespeelde van Lod (Kahaani van Guy Cassiers en op muziek van Dick Van der Harst), wist Jana dat ze dit wilde doen later: op een podium staan.

Inspiratiebronnen

Jana is gek op de pianist Nik Bärtsch. Hij komt in januari naar De Handelsbeurs en ze zal er zeker bijzijn. Hij speelt heel percussief en de sound live én op cd vindt ze telkens geweldig! Een beetje in dezelfde trant, maar heel jong/nieuw is Ikarus (eveneens van Zwitserland). Zangers en instrumentalisten zijn evenwaardig bij deze groep.
Van eigen bodem geniet de Waalse celliste Claire Goldfarb haar voorkeur. Ze bracht recent haar tweede CD uit: ‘Drops’. Haar muziek heeft iets weg van BASta! maar dan met stem. Heel integere plaat.
Jana houdt ook van Portico, een Londense groep die iets brengt tussen jazz, minimalisme en folk. Ze gebruiken een hang drum (zonder zweverig te worden) en dat vormt voor een groot deel hun klankkleur.
Als voorbeeld uit de filmwereld vernoemt Jana de regisseur Anders Thomas Jensen. Zijn Deense donkere films zijn pareltjes, heel luguber en telkens hilarisch!
In de poëzie is Jana weg van Stijn Vranken. In januari op gedichtendag zal ze samen met hem iets brengen in De Cultuurloft in Gent: ze kijkt er enorm naar uit.
Maud Vanhauwaert vindt Arns ijzersterk, ook in haar performance: Mauds solo-show is nog lang blijven nazinderen bij Jana.

De muzikale voorbeelden van Joris zijn onder andere Ballroomquartet, Univers Zero, Cro Magnon, DAAU, Magma, Bartok, Bach, Simeon Ten Holt, Rabih-Abou Khalil, Renaud-Garcia Fons en Lena Willemark.

Volg Aranis op facebook en bezoek de websites van BASta! duo en Aranis.

Philippe Paelinck

Library sessions: BASta! duo (za. 10/12)

Gelezen en goedgekeurd: graphic novels ‘De aankomst’ – Shaun Tan en ‘De terugkeer van de wespendief’ – Aimée De Jongh.

wespenjong

Een bericht van de stripleesclub:

Het EK was enkele dagen geleden van start gegaan toen ik de leden van de Stripclub opwachtte. Mijn vingers waren gekruist dat ze die avond zouden kiezen voor de geur van papier en elkaars gezelschap in de plaats van het flikkerende scherm waarop een paar multimiljonairs te zien zijn die achter een bal aan hollen … En ik moet het ze nageven, trouw waren ze op post. Met mezelf erbij waren we met z’n achten. Ideaal.

De aankomst – Shaun Tan
Ik moet eerlijk toegeven dat – alhoewel ik “het ding” wel al eens had gelezen in een ver verleden – deze strip tot dan toe nog niet echt mijn aandacht getrokken had. Al die tijd heb ik wat gemist, zo blijkt. De tekeningen zijn fotorealistisch, maar zonder oppervlakkig te worden. Er is iets in Tans tekenstijl dat exact weet te vatten in welke nuances de ene emotie verschilt van de andere. Verder is het kleurgebruik doorheen de strip minimaal, maar voornamelijk warm.

Naast de stijl liet ook het verhaal de groep niet onberoerd. De woordloze strip handelt over de migratie van het hoofdpersonage naar een nieuw land. Een thema dat tegelijk van alle tijden als brandend actueel is. De reden dat dit verhaal zo aanspreekt is de universaliteit die het uitstraalt. Door middel van een vreemde symbolentaal en het bevreemdende uitzicht van de stad begrijpen we dat het hoofdpersonage moeilijkheden heeft om zijn weg te vinden. Toch geeft dit beloofde land en zijn inwoners geen negatieve indruk. Integendeel. De groteske monumenten bijvoorbeeld stralen tegelijk geborgenheid en vrijheid uit.  Tijdens zijn inburgering heeft hij ontmoetingen met lotgenoten die elk hun verhaal vertellen. Dat hij niet alleen is getuigen ook de pasfoto’s die staan afgebeeld op de binnenflap van de strip. Stuk voor stuk zijn het intrigerende portretten van mannen, vrouwen en kinderen van verschillende origine.

Tijdens de bespreking kwam ook meermaals Tans metaforische beeldtaal aan bod. Bij sommige passages was onze mening over de betekenis ervan unaniem. Andere maakten meer discussie los.
Besluit: we kunnen concluderen dat “De aankomst” een strip is die iedere liefhebber van graphic novels graag zal lezen én blijven herlezen.

De strips die we bespraken kozen we door middel van een stemming, dus zonder de bedoeling dat ze onderling gelinkt kunnen worden. Hoe verschillend ze op het eerste zicht ook schijnen, toch lijkt het alsof ze op hun eigen manier één thema omarmen: een nieuw begin.

Van aankomst tot terugkeer gingen we naadloos over naar de volgende strip van onze leeslijst:

De terugkeer van de wespendief – Aimée De Jongh
“De terugkeer van de wespendief” begint in volle actie. Simon, het hoofdpersonage, staat op de eerste rij wanneer hij getuige is van een vrouw die zichzelf het leven ontneemt door op de spoorweg te gaan staan. Die traumatiserende gebeurtenis heeft een groot effect op hem en haalt een onverwerkt drama van een verongelukte vriend terug naar boven … Op de koop toe hangt er ook de  dreigende sluiting boven zijn hoofd van de boekenwinkel die hij van zijn vader erfde.

In het midden van al die miserie duikt plotseling de tiener Regina op, die voor Simon een lichtpunt lijkt te zijn en een klankbord aan wie hij zijn problemen kan toevertrouwen.

Het verhaal leest erg snel en is filmisch opgebouwd. Het is een wervelwind waarin fragmenten uit het heden afgewisseld worden met flashbacks en waar de lijn tussen droom en realiteit steeds dunner lijkt te worden. Qua tekenstijl was deze strip mijn inziens een topper. Toegegeven, ik ben misschien bevooroordeeld, ik heb namelijk een zwak voor zwart-wit tekenwerk. Maar in “De terugkeer …” geeft het volgens mij echt wel een meerwaarde. Een vrij zwaarbeladen verhaal is volgens mij ook niet gebaat bij een uitgebreid kleurenpalet. Bovenop dat alles is het een erg kwaliteitsvolle uitgave: niet alleen inhoudelijk, maar ook vormelijk als een tastbaar mooie aanwinst voor de boekenkast.

Op een enkeling na heeft deze graphic novel de meesten van ons wel geraakt.
Omdat je er tijdens de eerste leesbeurt doorheen lijkt de vliegen, loont het de moeite om hem nog eens te herlezen om zo de gemiste details op te pikken. Bovendien, zelfs als je het niet doet om clues naar de plot te vinden, dan doe je het zeker wel om stil te staan bij de tekeningen die bij momenten grafisch sterk zijn opgebouwd. Voor sommigen was de strip misschien zelf iets té snel uit en mocht hij wat dikker en uitgebreider zijn. Een opmerking vanuit de groep was dat buiten Simon de andere personages niet erg zijn uitgediept. Voor anderen was dat minder een struikelpunt: het verhaal is vooral een subjectieve weergave over wat er zich in Simons hoofd afspeelt. Wij kijken dus mee door zijn ogen.

Misschien wordt de honger van onze stripclubbers naar meer gestild in het najaar, want dan loopt de productie van de film gebaseerd op deze graphic novel ten einde. Het verhaal van Simon, z’n vrouw, Regina en anderen is zo mee te beleven in live-action. Ik ben alvast erg benieuwd of dat medium erin zal slagen de strip te evenaren of zelfs te overtreffen. De andere stripclubbers nodig ik alleszins uit om de verfilming samen te gaan kijken – of het nu tegelijkertijd ook voetbal is of niet.

Volgende bijeenkomst in Bibliotheek Zuid: donderdag 8 december om 18 uur.

Gelezen en goedgekeurd: graphic novels ‘De aankomst’ – Shaun Tan en ‘De terugkeer van de wespendief’ – Aimée De Jongh.

Kunstbrug library sessions Jazzcombo & klassieke zang (za. 26/11)

Wandtattoo_Jazz_einzel
De Kunstbrug library sessions: Jazzcombo & klassieke zang wordt op zaterdag 26 november 2016 georganiseerd in de Afdeling Muziek en Film van bib Zuid. De optredens zijn gepland van 15 tot 16 uur, de toegang is gratis en iedereen is welkom.
Het optreden is een combinatie van de muzikale en zangvaardigheden van de leerlingen van de Academie de Kunstbrug Gent.

Het jazzensemble onder leiding van Sergio Biffi bestaat uit Astrid Dhoore & Mingtje Wang (zang), Jef Heylens & Noa Mortier (saxen), Laura Burgelman (piano), Andreas Schepens (gitaar), Evelyne Verhellen (bas) en Willem Dhaese (drums).
Ze brengen ‘Bilan’ van Tourist LeMC, ‘Song for my father’ van Horace Silver, ‘Why don’t you do right?’ van ‘Kansas Joe’ McCoy en ‘Liquid spirit’ van Gregory Porter.
De voorkeur van de deelnemers uit de bibliotheekcollectie gaat naar de kerstcd van Michael Bublé.

Eline Dhaene en Eline D’Hooge (zang), Liesa Van de Voorde (sax), Sebastiaan Bijnens (gitaar), Thomas De Smedt (piano), Pieter Van Puymbroeck (bas) en Willem Dhaese (drums) vormen het jazzcombo van Mathias Van de Wiele.
Op hun programma staat ‘Black Hole Sun’ van Soundgarden, ‘Jump Monk’ van Charles Mingus, ‘Masterblaster’ van Stevie Wonder en ‘Red Baron’ van Billy Cobham.
Tot de favorieten uit de bibliotheekcollectie behoren:
– ‘Graceland’ van Paul Simon, ‘Harvest’ van Neil Young en ‘Foxtrot’ van Genesis
– ‘Lost in the dream’ van The War on Drugs en ‘Rktkn “1’ van Raketkanon
– ‘The Art of The Trio Volume 3: Songs’ van Brad Meldhau en ‘The Stixx’ van Jaga Jazzist – ‘The Köln concert’ van Keith Jarrett en ’21’ van Adele
– ‘Ziggy Stardust’ van David Bowie en ‘Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band’ van The Beatles

De nummers ‘Who am I’, ‘Peter, Peter’, Neverland’ (ensemble), ‘There’s a place for us’, ‘Piccola serenata’, ‘My name is Barbara’, ‘I hate music’ en ‘The wrong note rag’ (ensemble) behoren tot het repertorium van de leerlingen zang Myrte, Dara, Fleur, Ksenija, Elien, Elise, Jana, Eefje, Patricia, Elke, Chiara en Céline.

Philippe Paelinck

 

 

 

 

 

Kunstbrug library sessions Jazzcombo & klassieke zang (za. 26/11)

Wanderlust: treklust, reislust, reiskoorts

 

oude-wegenHet Duitse woord Wanderlust vertaalt Van Dale als ‘reislust, treklust’: een sterk verlangen te reizen of reiskoorts. Het woord verwijst zowel naar de eenvoudige beweging van het wandelen als naar een eeuwenoude cultuurhistorische betekenis die staat voor een brede blik op de wereld, het landschap en de natuur.

In een keuzelijst belichten we verschillende aspecten van dit onderwerp zonder volledig te kunnen zijn: een filosofische gids door Frédéric Gros met onder anderen Nietzsche, Rousseau, Thoreau en Kant;  een recente vertaling van de Odyssee door Patrick Lateur; De oude wegen door Robert Macfarlane; het oeuvre van antropoloog en filosoof Ton Lemaire; Over een voettocht door de kou door regisseur Werner Herzog; de liederencyclus Winterreise van Franz Schubert; de schilderijen Caspar David Friedrich; het jeugdboek De omhelzing door David Grossman en boeken over de middeleeuwse pelgrimsroutes…

De voorbije weken toonde Canvas de reportagereeks Wanderlust waarin de Pools-Vlaamse filosofe Alicja Gescinska praat met filosofen, kunstenaars, schrijvers en wetenschappers. De reeks is via de canvaswebsite nog steeds volledig te bekijken.

Tot slot een relativerende noot van Rosalinde en Jacques over reizen in As you like it door William Shakespeare, vertaald door Willy Courteaux (p.805).

‘Rosalinde: Een globetrotter! Dan heb je warempel reden genoeg om zwaarmoedig te zijn. Ik vrees dat je je eigen land verkocht hebt om dat van anderen te zien; veel gezien hebben en niets bezitten staat gelijk met rijke ogen hebben en arme handen.

Jacques: Wel, ik ben rijk geworden aan ervaring.

Rosalinde: En je ervaring maakt je zwaarmoedig. Ik zou liever een nar hebben die me vrolijk maakt dan ervaring die me treurig maakt; en er dan nog voor op reis gaan ook!’

 

Charlotte Vandamme, bibliothecaris contentdiensten en medewerker non-fictieafdeling

Wanderlust: treklust, reislust, reiskoorts

Library sessions: Heather Grabham & Erwin Libbrecht (za. 12/11)

20160806_do_libbrechtgrabham

Het folk duo Heather Grabham & Erwin Libbrecht is op zaterdag 12 november te gast in de Afdeling Film en Muziek van bib Zuid. Het intiem optreden is gepland van 15 tot 16 uur en de toegang is gratis.

Erwin zingt tijdens de library session en speelt gitaar & banjo; Heather zingt en speelt mondharmonica & tin whistle.
Het repertoire bestaat uit liederen van artiesten die voor hen belangrijk zijn, gaande van Norah Jones, Derroll Adams tot Ierse, Engelse en Schotse traditionele muziek. Het criterium voor de selectie van de nummers is dat ze die graag horen!

Grabham en Libbrecht zijn beiden via hun ouders in de muziek terechtgekomen. De ouders van Heather zijn actieve muzikanten en bekend binnen de Engelse folkscene. Ze kreeg als het ware de folkmuziek met de paplepel binnen. De ouders van Erwin zijn eerder passief met muziek bezig, maar hebben hem wel de liefde voor het zingen bijgebracht.

Erwin Libbrecht is uitgegroeid tot een van de pioniers van de Vlaamse folk revival.
De hele en lange geschiedenis met Kadril is het belangrijkste in zijn muzikale loopbaan: gaande van concerten op grote festivals zoals Dranouter tot een vol sportpaleis voor Nekka.
Daarnaast zijn het samen met Heather oprichten van de band Faran Flad en de samenwerking met onder andere Patrick Riguelle, Eva De Roovere en Lais grote momenten in zijn carrière.
Dit jaar wordt 40 jaar Kadril gevierd en dat op zich is grote belevenis: de groep treedt terug samen op met Patrick Riguelle en Eva De Roovere!

De platenfirma Wild Boar Music werd in 1998 opgericht door Erwin Libbrecht en werd snel het grootste folklabel in Vlaanderen met uitschieters zoals Lais, Kadril, Ambrozijn en Fluxus. In totaal en tot nu toe heeft Wild Boar 131 cd’s uitgebracht.

Favorieten

Bekijk op het Alles Uit De Kast platform Erwins favorieten uit de bibliotheekcollectie.

Philippe Paelinck

Library sessions: Heather Grabham & Erwin Libbrecht (za. 12/11)

Library sessions: Eyemèr (za. 08/10)

Photo taken by JoostVH Photography for Sarah Devreese
Photo taken by JoostVH Photography for Sarah Devreese

Met het optreden van de Gentse singer-songwriter Eyemèr in de Afdeling Muziek en Film van Bibliotheek Zuid start het najaarsprogramma van de library sessions. Door de verhuizing naar de Krook in het voorjaar van 2017 is het de laatste reeks concerten op de huidige locatie. Het optreden is gepland van 15 tot 16 uur en de toegang is gratis.

Eyemèr is het alter ego van de Gentse singer-songwriter Sarah Devreese. Ze houdt van muziek die met weinig tierlantijntjes veel vertelt. Emotionele teksten en subtiele begeleidende melodieën vormen de kern van haar muzikaal werk. Instrumentaal beperkt tot getokkel op de gitaar en met een breekbare stem brengt ze op 8 oktober nummers uit haar eerste langspeler ‘Temporarily Colourblind’, die eenzelfde melancholische sfeer scheppen als Daughter, Waxahatchee en Angel Olsen.

Sarah begon gitaar te spelen rond haar vijftiende. Rock en punk waren toen de enige muziekgenres waar ze naar luisterde en haar droom was om zelf gitarist te worden in zo’n soort muziekgroep. Na enige tijd begon ze ook mee te zingen maar als ze gitaar speelde zag ze al snel in dat haar stem meer gemaakt was voor ‘zachtere’ muziek.

Ze speelde enkele jaren in cafés en in 2013-2014 nam ze deel aan de Humo’s Rock Rally, een toen voor haar nog totaal onbekende wedstrijd. Ze was nog heel onervaren  maar de jury liet Sarah, tegen haar verwachting in,  door tot in de finale. Dat parcours heeft haar enorm veel bijgeleerd! Het nummer ‘Can’t you see’ bezorgde haar een selectie in De Nieuwe Lichting van Studio Brussel.

Een belangrijke stap in haar muzikale carrière was het tekenen bij Zealrecords. Daardoor heeft ze een veilige plek in de muziekwereld en dat is niet zo vanzelfsprekend.
In de toekomst wil Eyemèr graag optreden in mooie zalen als support van artiesten waar ze zelf naar opkijkt. Ze heeft al een paar nieuwe nummers geschreven maar een tweede album zal nog een tijdje op zich laten wachten.

Sarah is een fan van kinderlijke tekeningen en maakt zelf ook soms van die krabbelprentjes, vol met imperfecte lijnen of onjuiste verhoudingen.
Anastasia Tasou is een tekenaar waar ze enorm naar opkijkt. Sarah vertelt: “Haar kunst is zo eenvoudig, maar toch uniek. Je weet direct dat het van haar is.
Iets wat ze laatst postte op haar instagram, sprak me aan:
‘How to be good at drawing’:
Step 1: get a pen/ pencil and paper
Step 2: draw
Step 3: now you are good at drawing.
Het klinkt misschien simplistisch, maar voor mij draait het om ‘maken wat je wil maken’. Er zijn geen echte regels voor het maken van goede kunst. En dat geldt voor om het eender welke kunst: muziek, poëzie, schilderijen,..!”

20160525_do_eyemer-artwork-zealcdee052

Favorieten

Bekijk op het Alles Uit De Kast platform haar favorieten uit de bibliotheekcollectie.

Muziek

De muzikale voorbeelden van Eyemèr komen uit allerlei uiteenlopende genres. Wat ze meestal gemeenschappelijk hebben is ‘een donker randje’. Het is muziek met een boodschap. Muziek die haar iets doet: of het nu eenvoudig of heel complex klinkt, het zijn nummers die altijd haar hart veroveren. Het mag natuurlijk ook al eens iets vrolijk zijn, maar meestal is Sarah aangetrokken tot weemoed.

Een reeks namen uit haar uitgebreide cd-collectie:

Pearl Jam en Eddie Vedder, the Cure, the Smiths en Morrissey, Nirvana, Joy Division, Radiohead, Pixies, Black Sabbath, Fleetwood Mac, the Libertines,  David Bowie, The War on Drugs, Daughter, Illuminine, the National, Alt-j, Mogwai, Agnes Obel, Bon Iver, Brand New, the XX, Isbells, Bombay Bicycle Club, Julien Baker, Girlpool, Waxahatchee, Soko, La Dispute, Flatsound, Hammock, the Vaccines, Jack White en the White Stripes, Rage against the Machine, Zornik, Paramore, 30 Seconds to Mars, Linkin Park, Placebo, Young Guns, You me at six, a Day to remember, Architects, Neck Deep,…

Boeken

Anne Frank – Het achterhuis
Linda Olsson – Herinnering aan de liefde
Brené Brown – De kracht van kwetsbaarheid
Manu Keirse – Zie de mens
Naema Tahir – Gesluierde vrijheid
Marie Bamutese – Overleven met de dood
Edward Gorey – Doubtful Guest
Tolstoj – Anna Karenina
Riadh Bahri – Depressief? Loser!
Ransom Riggs – Miss peregrine’s home for peculiar children (en de volgende boeken)

Films

The perks of being a wallflower
Tomboy
Boys don’t cry
The girl, who leapt through time
The curious case of Benjamin Button
Into the wild
Control (over het leven van Ian Curtis/joy division)
The boy in the striped pyjamas
Almost famous
The theory of everything

Volg Eyemèr op facebook en bezoek de website.

Philippe Paelinck

Library sessions: Eyemèr (za. 08/10)

Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 9

index (2)

Op dinsdag 21 juni 2016 interviewde Pat Donnez UGent-wetenschappers Sabine Van daele (UZGent, kinderlongarts), Martine Lejeune (Vakgroep vertalen, tolken, communicatie; filosofe) en Myriam Van Winckel (UZGent, kinderarts maag-, darm- en leverziekten) over hun favoriete literaire werken.

Sabine Van daele kiest voor de succesvolle klassieker Oorlog en terpentijn (2013) van de Vlaamse schrijver Stefan Hertmans omdat er voor haar als “rasechte Gentse” talrijke herkenningspunten in de roman zijn van het Gent van 100 jaar geleden. Bovendien is ze enthousiast over de prachtige taal (“een schat aan oude woorden”) en de zintuiglijke verwoording in een mix van geuren en kleuren (“synesthesie”). Het portret van Hertmans’ grootvader als een van de vele illustraties in het boek herinnert haar ook aan een persoonlijk familieverhaal van haar man.

Vervolgens licht Van daele haar tweede roman toe, Een geweer, een koe, een boom en een vrouw (2014) van de Israëlische schrijver Meir Shalev, die zich afspeelt in een Israëlische landbouwkolonie. Hoewel het boek een verhaal is van de wraak en wreedheid van de natuur en het lot van de mens, is het toch voor haar een warm en genuanceerd familieboek met een heel mooie beeldspraak (symboliek).

Martine Lejeune houdt een vurig pleidooi voor de experimentele roman Wittgenstein’s mistress (1988) van de Amerikaanse schrijver David Markson. Het hoofdpersonage, een schilderes, schrijft in een “verscheurende eenzaamheid” (nvdr: als de laatste mens op aarde) haar memoires niet in de vorm van een verhaal maar in de vorm van een lang gedicht (“losse zinnen”) die heel sterk doen denken aan de Amerikaanse modernistische dichter Ezra Pound en zijn Imagism (nvdr: bv. gebruik van precieze, objectieve beelden in de poëzie).

Ook haar volgende keuze is een bijzonder werk: de novelle Der Spaziergang (1917) van de Zwitserse schrijver Robert Walser. Lejeune noemt het een “lang gedicht”, “het stilste gedicht in het Duits” dat zowel hilarische passages als morele kwesties bevat. In 2015 verscheen voor het eerst de (nvdr: overigens niet altijd foutloze) vertaling in het Nederlands onder de titel De wandeling met een prachtig nawoord-essay van de Duitse schrijver W.G. Sebald waarin hij Walsers stijl karakteriseert als “de unieke doldgedraaidheid van zijn formuleringskunst”.

Myriam Van Winckel verrast met een eerste fictieboek voor de jeugd (vanaf 10 jaar) Brieven aan niemand anders (1996) van de Nederlandse schrijver (ook arts) Toon Tellegen. Het boek bevat absurde dierenverhalen vol poëzie (nvdr: Tellegen schreef ook gedichten voor volwassenen). Van Winckel leest een fragment voor over de fijnzinnige communicatie tussen de eekhoorn en de olifant.

Ten slotte kiest Van Winckel voor de roman Le rapport de Brodeck (2007; vertaald in het Nederlands: Het verslag van Brodeck (2008)) van de Franse schrijver Philippe Claudel: het relaas door Brodeck over een vreemdeling, De Anderer, in een dorp na de tweede wereldoorlog. Naast de uiteindelijke moord (“l’Ereigniës” genoemd in het verhaal; nvdr: Das Ereignis betekent in het Duits de gebeurtenis) op De Anderer wijst Van Winckel op de veelgelaagdheid van de roman: het ondergaan van de vernederingen, het vijanddenken, het motief en de lafheid van de moord en het leren nuanceren door het lezen van Le rapport de Brodeck.

Joël Neyt, bibliotheekmedewerker voor de Literatuurafdeling, Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent

Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 9

Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 8

index (1)

Op woensdag 25 mei 2016 interviewde Pat Donnez UGent-wetenschappers Tessa Kerre (Inwendige Ziekten, Hematoloog), Catharina Dehullu (Internationaal Recht, Europees Recht) en Steven Vanden Broecke (Geschiedenis) over hun favoriete literaire werken.

Tessa Kerre is in de korte roman Het zwart en het zilver (2014) van de Italiaanse schrijver Paolo Giordano (bekend van De eenzaamheid van de priemgetallen) vooral geboeid door het inspirerende personage van de huishoudster Signora A. die in het leven komt van Nora, die zij verzorgt met “een religieuze drang” tijdens een moeilijke zwangerschap, en haar in de roman niet bij naam genoemde man, die het verhaal vertelt. Ten slotte krijgt Signora A. (koosnaam: Babette) kanker maar blijft verbonden met de man en de vrouw.

De tweede roman van Kerre, Honderd jaar eenzaamheid (1967) van de Colombiaanse schrijver Gabriel Garcia Marquez, is het “beslissend boek” dat zij las in juli 1989 toen zij 16 jaar was. Kerre, enig kind in een gezin, droomde van grote families, en vond in de roman de oerfamilie, met onder meer de zeer sterke figuur van Ursula (120 jaar), in het fictieve Macondo. Zij herlas het boek nu en vond het een “duister en triestig verhaal”. Een ander aspect van de magisch-realistische – voor Garcia Marquez de Latijns-Amerikaanse realiteit – roman, de zoektocht naar nieuwe dingen (verband met de wetenschap) wordt prachtig geïllustreerd door de ondertussen beroemde eerste zin, waarbij kennis wordt gemaakt met het ijs.

Catharina Dehullu heeft voor de roman Dora Bruder (1997) van de Franse schrijver Patrick Modiano (Nobelprijs voor Literatuur 2014) gekozen vanwege het onderwerp: de zoektocht naar een verdwenen Joods meisje in Parijs in 1941. Modiano geeft volgens Dehullu “een gezicht aan mensen die tussen de plooien van de geschiedenis vallen”.

Dehullu kiest daarna voor de recente roman Jij zegt het (2015; Libris Literatuurprijs 2016) van de Nederlandse schrijfster Connie Palmen: het verhaal van de noodlottige relatie van de Amerikaanse dichteres Sylvia Plath – zij pleegt uiteindelijk zelfmoord – en haar man, de Engelse dichter Ted Hughes. Haar interesse voor de roman was ingegeven door haar lectuur van Plaths autobiografische roman The bell jar (1963; De glazen stolp). Jij zegt het is evenwel geschreven vanuit het perspectief van Ted Hughes en geïnspireerd door zijn autobiografische dichtbundel The birthday letters (1998; Verjaardagsbrieven) in een volgens Dehullu bij het verhaal passende geaffecteerde stijl en als “in een gulp geschreven zonder punten met komma’s”.

Steven Vanden Broecke kiest voor een Joods-Amerikaanse auteur Henry Roth – “iemand die veel te weinig gelezen wordt” – met zijn autobiografische roman Call it sleep (1934), vanuit het vertelperspectief van een opgroeiende jongen die een van de vele migranten was die voet zette omstreeks 1907 op Ellis Island (New York). Boeiend vindt Vanden Broecke de verhaallijn die illustreert “hoe problematisch taal is door de ogen van een vijfjarige migrant”. Ook geweld (vooral door de vaderfiguur) en seksualiteit zijn essentieel in de roman die gekenmerkt wordt door een modernistische verteltrant.

Daarna kiest Vanden Broecke voor het gedicht Journey of the Magi (1927; zie The complete poems and plays of T.S. Eliot) van de Amerikaans-Britse dichter T.(homas) S.(tearns) Eliot (Nobelprijs voor Literatuur 1948). Het gedicht verwoordt de tocht van de drie wijzen of koningen uit het oosten (oorspronkelijke tekst in het Evangelie van Matteüs) vanuit het perspectief van de wijzen die met “een gevoel van verwarring op de grens staan van leven (geboorte) en dood”. Eliot had zich bekeerd tot het anglicanisme maar in het gedicht durft hij “hij de waanzin van het geloof in de ogen kijken”, wat Vanden Broecke illustreert door het lezen van een fragment met de dichtregel “That this was all folly” en de allerlaatste zin “I should be glad of another death” en verwijst naar de zangerigheid van Eliots stem bij het voorlezen van het gedicht (te beluisteren op YouTube (klik hier).

Joël Neyt, bibliotheekmedewerker voor de Literatuurafdeling in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent

Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 8

Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 7

index

Op woensdag 27 april 2016 interviewde Pat Donnez UGent-wetenschappers Frederik Anseel  (Organisatiepsychologie), Kristiaan Versluys (Directeur Onderwijsaangelegenheden, specialisatie Amerikaanse literatuur) en Nadia Sels (Klassieke mythologie, Oudgriekse letterkunde) over hun favoriete literaire werken.

Frederik Anseel kiest eerst voor The sense of an ending (2011; Alsof het voorbij is) van de Engelse schrijver Julian Barnes. Pat Donnez spreekt van een “dubbelslag” omdat het boek reeds eerder door een wetenschapper gekozen is (nvdr: zie aflevering 2).  Anseel was tijdens het lezen geboeid  door het thema (“roman over herinneringen” met het geheugen als “opnameapparaat of verhalenverteller”), de toon (heel strikt, geen emoties, platonische liefde), het beschrijven van parallelle universa (verbonden met zijn interessegebied psychologie) en de stijl (“de meester toont zich in zijn beperking”).

Anseels tweede romankeuze On Chesil Beach (2007; Aan Chesil Beach) van Ian McEwan creëert een ander spanningsveld door het thema: twee jonge mensen Edward en Florence op de drempel van hun huwelijksnacht (nvdr: de roman is gesitueerd begin jaren 60 van de twintigste eeuw in een Britse “standenmaatschappij”). Opnieuw was Anseel getriggerd door parallelle levens in het verhaal: o.m. “het onderdrukte bij de man” en de vrouw als “een vat vol frustraties”.

Voor Kristiaan Versluys is de roman Extremely loud & incredibly close (2005; Extreem luid & ongelooflijk dichtbij ) van de Joods-Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer hét boek van de literaire reactie op 9/11, waarin Oskar, een negenjarige jongen, het trauma van zijn verloren vader probeert te overwinnen door middel van een queeste (“op zoek naar een slot met een sleutel”) die verbanden herstelt. De magisch-realistische roman bevat ook een staalkaart van reacties van mensen op een trauma en wisselt van plaats (New York, Dresden, Hiroshima) en vertelperspectief (nvdr: beeld van een “teakettle”, zie begin van de roman).

Daarna prijst Versluys de roman American pastoral (1997; Pulitzerprijs 1997; Amerikaanse pastorale) aan van de Amerikaanse schrijver Philip Roth (gestopt als schrijver op de leeftijd van circa 80 jaar): een meesterwerk volgens hem waarin de zogenaamde Amerikaanse droom ontluisterd wordt. Het verhaal van het hoofdpersonage Seymour “Swede” Levov, een Amerikaanse sportheld die onder meer een politiek-terroristische daad van zijn dochter Merry moet verwerken, wordt verteld door Roths mythische alter ego Nathan Zuckerman.  Versluys spreekt vurig over de stijl (“complexe zinnen”, “iedere zin is een pareltje”), de inhoud (“onvatbare, complexe van het leven” met veel onbeantwoorde vragen), de retoriek (“verbale razernij”) en de “flair en naturel” van de roman.

Nadia Sels is vol lof over het gedicht War Music : an account of Homer’s Iliad (1981) van de Engelse dichter Christopher Logue (1926-2011; nvdr: het gedicht is een deel van Logue’s Homeros’ Iliasproject gestart in 1959; voor Cold Calls : War Music continued uit 2005 kreeg hij de prestigieuze Whitbread Poetry Award; de complete War Music is uitgegeven in 2015). De Iliasversie van Logue fascineert Sels om verschillende redenen: de muzikaliteit (het “staccato”ritme), gemengde gevoelens (“verwarring van de oorlog”, “medelijden”, “kwetsbare”), de moderne vormgeving (soms beeld van een “pornografische film”). Zij leest een kort fragment waarin een van de helden Patroclos, Achilles’ vriend, in beeld komt (nvdr: Patroclos wordt later gedood door Hektor).

Sels heeft ook een boontje voor de novelle Titaantjes (1915) van de Nederlandse schrijver Nescio waarin de verteller Koekebakker het relaas doet van de avonturen van vijf “aardige jongens” in “de  dagen onzer dwaasheid”. Nadia Sels koos de roman omdat “jongens allerlei dingen mogen doen” of “ze willen er graag van dromen”. Titaantjes verwoordt ook het thema van het verschil tussen kunst en leven en is volgens Sels verwant met antieke teksten die meer absurditeit ─ in tegenstelling tot de actuele cultuur die meer naar normaliseren neigt ─ en pathos toelaten.

Joël Neyt, bibliotheekmedewerker voor
Literatuurafdeling, Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent

Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 7

The love of Richard Nixon ? Een song, een biografie en 4 Nixon-films. (Deel 2)

frostnixonRichard Nixon was een donkere, onevenwichtige en tragische figuur die het niet zo nauw met de wet nam: geknipt materiaal voor Hollywood dus. Ik keek zeer geboeid naar vier uitstekende fictie-films, waarin hij een cruciale rol speelt.

De oudste en bekendste film is All the president’s men van Alan Pakula (1928-1998), een politieke thriller over het Watergateschandaal uit 1976, bekroond met 4 Oscars. De film was gebaseerd op het in de vorige bijdrage al vermelde, gelijknamige boek uit 1974 van de Washington Postjournalisten Carl Bernstein en Bob Woodward, die het Watergate-schandaal in een reportagereeks hadden blootgelegd en zo uiteindelijk Nixons val zouden veroorzaken. In deze film, waarin u de Watergate-affaire bekijkt door de ogen van de 2 onderzoeksjournalisten, is Nixon als personage geheel afwezig, maar hierdoor juist alomtegenwoordig: u ziet hem niet maar zijn schaduw hangt dreigend over deze film. Stapje voor stapje leggen Carl Bernstein (Dustin Hoffman) en Bob Woodward (Robert Redford) de banden van de Watergate-inbrekers met ‘alle mannen van de president’ bloot en komen ze steeds dichter bij Nixons vertrouwelijkste medewerkers. De opnames met ‘Deep Throat’ (Hal Holbrook), hun hoge bron die hen met vage richtlijnen (‘follow the money’) hielp in hun speurtocht, maken de latente dreiging in deze paranoiathriller extra beklemmend. Pas in 2005 bracht de voormalige onderdirecteur van de CIA , Mark Felt, zelf aan het licht dat hij de echte ‘Deep Throat’ was.
In de film komt een van de bekendste filmshots voor die ooit in een bibliotheek zijn opgenomen: de camera die in de enorme leeszaal van de Library of Congress de twee over documenten gebogen onderzoeksjournalisten in bovenaanzicht filmt,  uitzoomt en langzaam naar de hoge koepel van de bibliotheek beweegt,  zodat Bernstein en Woodward geleidelijk steeds onbeduidender worden en uiteindelijk uit beeld verdwijnen. Het vogelperspectief symboliseert zo de nietigheid van de 2 piepjonge  journalisten die naar de speld in de hooiberg zoeken, schijnbaar machteloos  t.o.v. ‘the Powers that be’. Het tweede schijfje in de dvd-box bevat heel wat extra informatie over het maken van de film, interviews met de betrokkenen en een paar pessimistische beschouwingen: de kritische onderzoeksjournalistiek die Bernstein en Woodward verrichtten zou momenteel, ondanks overvloediger informatiebronnen, juist quasi onmogelijk geworden zijn door de snelle resultaten die media vandaag van journalisten verlangen.

nixonIn Nixon (1995), een biopic van Oliver Stone zet de regisseur in zijn theatrale en barokke stijl een indringend psychologisch portret neer van Nixon (gespeeld door Anthony Hopkins die hiervoor een Oscarnominatie kreeg) met verrassend meer mededogen voor de president dan we vooraf zouden verwacht hebben, de reputatie van Oliver Stone indachtig. Desondanks waren de erfgenamen van Nixon en de historicus en Nixonbiograaf als Stephen Ambrose (bekend van de door Spielberg verfilmde Band of Brothers-boeken) niet te spreken over de film, en zeker niet over het feit dat Nixon als een alcoholicus werd neergezet. Tegen beter weten in want Oliver Stone had het in dit geval wel bij het rechte eind: Nixon had wel degelijk een drankprobleem, zoals u ook in Eén man tegen de wereld van Tim Weiner kan lezen. Oliver Stone suggereert in zijn film met flashbacks dat Nixons moeilijke, armoedige jeugd, getraumatiseerd door een paar op jonge leeftijd gestorven broers en een moeilijke relatie met zijn autoritaire ouders,  veel van zijn latere karaktertrekken en diepe frustraties verklaart. En ook een portie complotdenken is bij Stone nooit ver weg: de moord op John F. Kennedy komt even ter sprake, vage banden met de maffia worden gesuggereerd … The Beast, een onzichtbare duistere kracht, gestoeld op de macht van grote bedrijven, kapitaal, de overheid en de media, bepaalt de geschiedenis van de VS na WO II – en zo ook de opgang en val van Nixon. Dat was het concept waar Stone bij het maken van deze film vanuit ging. Het beeld van het Systeem als een Wild beest komt zelfs expliciet ter sprake in een sleutelscène van de film, als Nixon een onverwacht bezoek brengt aan de tegen zijn beleid protesterende studenten en een gesprek met hen aanknoopt. Nogmaals blijkt hier dat Stone Nixon meer als een slachtoffer van een Systeem ziet dan als een voor zijn eigen misdaden verantwoordelijke, gevaarlijke man. Nixon is in elk geval een meeslepende, ietwat pathetische film, waarin de mens en politicus Nixon wordt voorgesteld als een tragische, wat duistere figuur die zijn ziel aan de macht verkoopt. Stones Nixon is geen verantwoordelijke crimineel, laat staan een monster of verpersoonlijking van het Kwaad.

De Nixon in een volgende film, Frost/Nixon (2006), komt ook al wat sympathieker over dan de Nixon uit boeken van kritische journalisten en historici. Regisseur Ron Howard maakte geen biopic maar beperkte zich tot de verfilming van één groot media-evenement, enkele jaren na het einde van zijn presidentschap: een reeks televisie-interviews (1977) waarin journalist David Frost met Nixon terugkeek op zijn carrière. De film is op zijn beurt een adaptatie van een toneelstuk van Peter Morgan dat in het Londense West End Theatre speelde. De rol van acteur Frank Langella, die zowel op het toneelpodium als in de film Richard Nixon speelde, overtreft de prestatie van Anthony Hopkins in de biopic van Stone: hij kreeg er trouwens eveneens een Oscarnominatie voor. Nixon wordt door Langella neergezet als een gewiekste, intimiderende man met een gezonde dosis cynische humor en zelfspot, die tot het uiterste gaat om zijn door Watergate vernietigde reputatie te herstellen. Zijn tegenspeler Michael Sheen zet journalist David Frost neer als een flamboyante playboy, gespecialiseerd in vlotte praatjes in luchtige en komische programma’s.  Frost wil door middel van een wereldwijd bekeken, hard interview met Nixon als journalist eindelijk eens ernstig genomen worden. De lat voor beiden ligt hoog maar hun belangen zijn compleet tegengesteld: Nixon wil een publieke rehabilitatie en hoopt daarvoor het journalistieke lichtgewicht Frost te kunnen gebruiken, Frost echter gaat voor niet minder dan een schuldbekentenis van Nixon. De voorbereiding van Frost loopt door eigen schuld in het honderd en in het eerste interview veegt Nixon met Frost de vloer aan. Maar Frost begraaft zich nadien in de Watergatedocumenten en langzaam keert het tij …
Frost/Nixon is ongetwijfeld de enige van de vier hier besproken films die een komische toets heeft, maar is ook vooral een historisch drama met thrillerallures, dankzij het knappe scenario waarin het verbaal-emotionele steekspel tussen Nixon en Frost handig tot een climax gedreven wordt …  Een geslaagde combinatie van humor, drama en spanning, die in totaal 5 Oscar-, 6 BAFTA- en 5 Golden Globenominaties kreeg maar geen ervan uiteindelijk kon verzilveren.
Eén kanttekening toch: in tegenstelling tot Oliver Stone, die zijn eigen, duidelijk gefictionaliseerde biopic slechts een ‘poging’ noemde ‘om de waarheid over Nixon te begrijpen’ stelde Peter Morgan het voor alsof hij met Frost/Nixon een zeer ‘waarheidsgetrouwe’  film gemaakt had. Maar het valt gewoon niet te ontkennen dat er in deze prent heel wat werd bijgekleurd en toegevoegd: Nixon heeft Frost nooit ’s nachts dronken opgebeld en als u het reële televisie-interview bekijkt dan wordt het duidelijk dat de film de lijn van het interview wel volgt, maar dat de dialogen allemaal spitser en snediger zijn gemaakt en gemonteerd. Frost was helemaal geen journalistieke minkukel, Nixon leefde na Watergate helemaal niet als een halve kluizenaar en koesterde nooit het wel zeer naïeve idee dat één interview zijn imago kon herstellen. Enzovoort.  Maar dat doet uiteraard niets af aan de kwaliteit van deze meeslepende film.

assassinationofrichardnixonIn The Assassination of Richard Nixon van Niels Mueller  bekijken we Nixon door de ogen van het labiele hoofdpersonage Samuel Byke (knappe rol van Sean Penn), een mislukte en gefrustreerde kantoormeubelenverkoper. Zoals in ‘All the president’s man’ is er in dit psychologisch drama van Niels Mueller immers geen acteur die de rol van de president op zich neemt, maar hier verschijnt Nixon wel degelijk in historische opnames, uitgezonden op televisietoestellen, waar Samuel Byke in de loop van de film met steeds meer afschuw naar kijkt. Een cruciale scène in de film is diegene waarin Bykes bedrieglijke en autoritaire baas naar de Nixon-op-televisie wijst en de timide, stuntelige verkoper Byke inpepert dat Nixon de allerbeste verkoper van  de VS is omdat hij zich twee keer tot president kon laten verkiezen,  met identiek dezelfde belofte: nl. dat hij de oorlog in Vietnam ging stoppen – terwijl hij de eerste keer zijn belofte gebroken had en de oorlog juist had geïntensiveerd.
Hoe meer klappen de eerlijke Byke in zijn persoonlijk, relationeel en professioneel leven krijgt, hoe meer hij de pedalen verliest, hoe meer hij bedrieger Nixon als het ultieme Symbool van het verrotte Systeem en het absolute Kwaad in persoon gaat beschouwen.  Wat hem uiteindelijk tot een wanhoopsdaad drijft … Er zijn duidelijke parallellen tussen Byke en het hoofdpersonage Travis Bickle (Robert De Niro) uit de klassieker Taxi Driver van Martin Scorsese, die na een gelijkaardig psychologisch proces eveneens door het lint gaat en het recht in eigen hand neemt. Maar in tegenstelling tot Travis Bickle is Samuel Byke verre van een puur fictieve figuur. Sean Penns personage is gebaseerd op het leven van de met psychische problemen worstelende Samuel Byck die, nadat hij als blanke tevergeefs bij de revolutionaire Black Panther-beweging had willen aansluiten, in 1974 een vliegtuig kaapte met de bedoeling om het op het Witte Huis te laten neerstorten en zo Nixon te vermoorden. (Of dacht u echt dat Al Qaeda de eerste was die op het idee kwam om een vliegtuig als een terroristisch wapen te gebruiken ?)

4 films, 4 verschillende Nixons. De  dreigende schaduw van een onzichtbare,  maar zijn macht misbruikende  Nixon hangt over Alan Pakula’s paranoïa-thriller All the President’s Men;  in Oliver Stones  biopic is Nixon een tragisch-getormenteerde, duistere figuur die zijn ziel juist aan de Macht verkoopt;  we krijgen  een revanchistische ex-president met gevoel voor humor en (zelf)spot in Ron Howards Frost / Nixon te zien, maar het hoofdpersonage van  Niels Muellers The Assassination of Nichard Nixon beschouwt hem dan weer als het symbool bij uitstek van een kwaadaardig en onrechtvaardig systeem. Oliver Stone en Peter Morgan hadden eigenlijk meer mededogen met Nixon  dan zijn laatste biografen.
Maar hoe dan ook: zelfs met een minimale interesse in deze Amerikaanse president met de allures van een Shakespeare-koning,  zult u van deze 4 dramatische en spannende films kunnen genieten.

Wouter De Raes, collectie geschiedenis

The love of Richard Nixon ? Een song, een biografie en 4 Nixon-films. (Deel 2)