Jean Paul Van Bendegem in de Paarse zetel (do. 20/2)

JP Van BendeghemWetenschapsfilosoof Jean Paul Van Bendegem  is te gast bij Griet Pauwels voor een interview in de Paarse zetel, op donderdag 20 februari  (12.30u-13.15u) in de Achilles Musschezaal van Bibliotheek Zuid.
Gratis toegang, geen reservering mogelijk. De deuren gaan dicht zodra het interview gestart is.

Jean Paul Van Bendegem, van opleiding wiskundige, is hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie aan de VUB en deeltijds gastdocent aan de Universiteit Gent, waar hij reeds in 1983 doctoreerde met een verhandeling over eindige, empirische wiskunde.
Zijn wetenschappelijk onderzoek handelt vooral over de grondslagen van de wiskunde en de logica. Maar deze vrijmetselaar, “vrolijke atheïst” en erevoorzitter van SKEPP (Studiekring voor de Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale) is ook columnist in Knack. Zijn grote eruditie en zijn gevoel voor humor zorgen ervoor dat hij ook een graag geziene gast is in de Vlaamse mediawereld tout court. Hij schreef naast een aantal vakspecifieke publicaties over logica en wetenschapsfilosofie ook een aantal zeer toegankelijke boeken zoals  Hamlet en entropie, Over wat ik nog wil schrijven en De vrolijke atheïst.

Zijn “pamflettaire essay” Hamlet en entropie handelt o.a. over de irritaties en de kloof tussen leken en wetenschappers, maar vooral over het spanningsveld tussen exacte wetenschappen, humane wetenschappen en de “geesteswetenschappen”. Waarom ben je een cultuurbarbaar als je niets van Shakespeare kent, maar is het perfect aanvaardbaar als je de Tweede Wet van de Thermodynamica niet kan beschrijven of situeren ?
Dat Van Bendegem zelf in enorm veel geïnteresseerd is, en zeker in thema’s en vraagstukken over de grenzen van de  humane, de exacte en de cultuurwetenschappen heen, bewijst hij met zijn zeer persoonlijke boek Over wat ik nog wil schrijven. In elf hoofdstukken omschrijft hij de projecten van tien mogelijke boeken die hij nog zou kunnen uitwerken:  over de relaties tussen literatuur en wiskunde, over scepticisme, over Vrijmetselarij, Sherlock Holmes, stripverhalen, wiskunde, muziek, architectuur, geloof en humor en tenslotte over seks, erotiek en pornografie…
Niet van humor gespeend en ook niet te beroerd om aan populaire televisieprogramma’s zoals De slimste mens deel te nemen wekt het geen verbazing dat deze hoogleraar en BV in een lichtvoetige stijl een boek kon schrijven met als titel De vrolijke atheïst, waarin hij zijn persoonlijke levensbeschouwelijke evolutie beschrijft en zijn mens- en wereldvisie uiteenzet.

Jean Paul Van Bendegem in de Paarse zetel (do. 20/2)

Maarten Doorman in de Paarse Zetel (do.28/11)

DoormanVoor de laatste najaarsaflevering van de Paarse Zetel is Maarten Doorman te gast – filosoof, essayist, criticus en dichter. Dit jaar verscheen van hem Je kunt bellen, een bundel gedichten waarin vooral vervreemding doorklinkt. De moderne mens, overstelpt met mails en het gerinkel van smartphones blijft verlaten achter.

Vervreemding en de daarmee gepaard gaande drang naar het natuurlijke en het echte vormen ook de leidraad in het filosofische essay Rousseau en ik (2012) dat als ondertitel meekreeg ‘de erfzonde van de authenticiteit’.
Daarin stelt Doorman dat met Rousseau het ‘ik’ in het westerse denken een ware gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Is het ‘ik’ van Descartes een denkend subject, bij Rousseau is het een voelend wezen geworden dat een centrale plaats inneemt.

Les Confessions opent met de zin:
‘Je forme une entreprise qui n’eut jamais d’exemple, et dont l’exécution n’aura point d’imitateur. Je veux montrer à mes semblables un homme dans toute la vérité de la nature ; et cet homme, ce sera moi.’
‘Dans toute la vérité de la nature …’, een streven naar het natuurlijke dat volgens Doorman nu nog ons dagelijkse leven beheerst en dat – net zoals bij Rousseau – ook in ons leven tot vele paradoxen leidt:
‘Ik zie het terug in het onderwijs, het idee dat het kind zichzelf moet ontplooien en niet lastig gevallen worden met regels, uit het hoofd leren…
Ik zie het in de politiek… In plaats van inhoudelijke meningsverschillen staat nu de geloofwaardigheid van politici op de voorgrond; de vraag of ze ‘deugen’ en of wij ons wel ‘echt door hen vertegenwoordigd voelen’…’
Ook zijn er de realityshows op TV, de voorgewende ‘spontaniteit’ op Facebook, de ware liefde in liedjes en films, en onze voeding die ‘echt, eerlijk, origineel en puur’ moet zijn. Alles in het idee dat het vroeger zoveel beter was.

Een mogelijk alternatief voor die nostalgische authenticiteitsdrang ziet Doorman in de vooruitgangsidee. ‘Vooruitgang betekent namelijk niet alleen ontwikkeling of een voortschrijdend proces, het is ontwikkeling in wenselijke richting’ …
Ook bij Rousseau is het verlangen naar het natuurlijke niet louter nostalgie maar meer een toekomstideaal.
‘…vooruitgang, als combinatie van traditie en kwaliteit, zou best eens een uitweg kunnen zijn uit de valkuilen die het verlangen naar authenticiteit met zich meebrengt. Natuurlijk klopt er weinig van de authentieke indruk die iedereen op Facebook probeert te wekken, maar is het probleem hier niet eerder dat de traditie van sociale omgangsvormen uit het oog is verloren… ?’

In Bibliotheek Zuid op de 2de verdieping staat momenteel een themastand over Maarten Doorman en Jean-Jacques Rousseau.

De toegang tot de Paarse Zetel is gratis, er is geen reservering mogelijk.
Het interview start om 12u30. De deuren gaan dicht zodra het interview gestart is.

Het programma voorjaar 2014 is in voorbereiding.
Noteer alvast de eerste Paarse Zetel, op Gedichtendag, donderdag 31 januari: een gesprek met Paul Demets.

(Her)beluister hier het interview met Oek de Jong.

Maarten Doorman in de Paarse Zetel (do.28/11)

Annelies Verbeke, Judith Vanistendael, Oek de Jong en Maarten Doorman in de Paarse Zetel

aff Paarse Zetel-nj2013Op donderdag 3 oktober gaat in de Gentse bibliotheek aan het Zuid een nieuw seizoen Paarse Zetellezingen van start. Je kan gratis naar de interviews van Griet Pauwels met deze culturele toppers: Annelies Verbeke, Judith Vanistendael, Oek de Jong en Maarten Doorman.
Praktisch: donderdagmiddag van 12.30 u tot 13.15 u (Achilles Musschezaal).

Programma:

Gratis toegang, deuren open om 12 u, dicht om 12.30 u of zodra volzet, geen reservering.
De voorbije Paarse zetellezingen via podcast.

Annelies Verbeke, Judith Vanistendael, Oek de Jong en Maarten Doorman in de Paarse Zetel

Dag van de filosofie (20/04): ethiek en economie!

krugmanMet een themastand over ”Ethiek en Economie” sluit de bib aan het Zuid zich aan bij de eerste Gentse Dag van de Filosofie op 20 april, georganiseerd door de Universiteit Gent en Vormingplus.

Tijdens lezingen, workshops, debatten en een Filocafé kan elke geïnteresseerde meedenken met maatschappelijk geëngageerde filosofen en economen zoals Marc de Kesel, Ludo Abicht, Francine Mestrum en Glenn Rayp over de morele waarden die aan de grondslag van onze economie liggen en over mogelijke ethisch verantwoorde alternatieven.
Uitgangspunt is de malaise binnen het economisch denken, net nú die economische wetenschap haar maatschappelijke relevantie zou moeten bewijzen.

In de zoektocht naar de fundamenten van ons economische denken plaatsen hedendaagse economen sinds de crash van Wall Street in 1929 vaak de 2 invloedrijkste economische denkers tegenover elkaar: Milton Friedman (1912-2006) en John Maynard Keynes (1883-1946).
Friedman wordt als voorstander van de vrije markt als grote boeman afgeschilderd door Naomi Klein en in haar kielzog vele antiglobalisten. Zij houden zijn ideeëngoed verantwoordelijk voor de kloof tussen arm en rijk en spreken ronduit van een rampenkapitalisme.

Nobelprijswinnaar voor economie in 2008 Paul Krugman haalde daarentegen Keynes van onder het stof en onderstreept juist het belang van de ”sturende hand“ van Keynes, die stelde dat de overheid juist door investeringen de werkloosheid kan bestrijden en ons beschermt tegen een mogelijke deflatie. Voor alle duidelijkheid: Keynes was geen marxistische econoom.

Een genuanceerde analyse en tevens biografie over Milton Friedman vinden we terug in Red de vrije markt: de terugkeer van Milton Friedman van de Vlaamse econoom Johan Van Overtveldt.
Friedman richtte, aldus de auteur, zijn pijlen meer op de al even blinde volgelingen van Keynes dan op de grootmeester zelf!
Een niet onaardig detail is dat Van Overtveldt Friedman enkele keren in levenden lijve ontmoet heeft. Tijdens zijn laatste bezoek  in 2005 verklaarde Friedman aan de auteur dat hij zich zorgen maakte over een mogelijke zeepbel in de vastgoedmarkt in de VS, maar dat hij zijn vermoeden nog met harde cijfers moest bewijzen. Had Friedman maar meer ruchtbaarheid gegeven aan dat gevoel van naderend onheil !

En wat met Karl Marx? Zijn analyses blijven actueel, maar hij kon natuurlijk niet voorzien dat kapitalisten en proletariërs elkaar zouden omarmen in een consumptiekapitalisme, aldus filosoof Marc de Kesel.

De collectieverantwoordelijken van de afdeling non-fictie
(2de verdieping bibliotheek Zuid)

Dag van de filosofie (20/04): ethiek en economie!

GELEZEN: Het trieste der tropen van Claude Lévi-Strauss

Het is een misverstand dat “Het trieste der tropen: reisverslag van een antropoloog”, beter bekend onder zijn Franse titel “Tristes tropiques”, louter een verslag zou zijn van de reizen die Claude Lévi-Strauss (1908 -2009) in de jaren 30 naar indianen-dorpen in het Braziliaanse Amazone-gebied maakte. Dit beweren zou deze klassieker van de beroemdste Europese antropoloog van de 20ste eeuw enorm onrecht aandoen – het boek bestrijkt zoveel meer onderwerpen en graaft zoveel dieper dan een reisverslag.

Trouwens, de jury van de Prix Goncourt bevestigde Lévi-Strauss dat ze het in 1955 gepubliceerde boek zeker met deze prijs zouden bekroond hebben indien het een fictie-werk was geweest. Het boek had nl. veel literaire verdiensten en de auteur getuigde van stilistische talenten (de slotparagrafen zijn bijna poëzie), maar Tristes tropiques kan inderdaad geen roman genoemd worden. Hoewel het Lévi-Strauss’ oorspronkelijke bedoeling was om er een soort roman zoals Heart of Darkness van Joseph Conrad van te maken, dat zich in het Amazone-gebied zou afspelen. Maar Lévi-Strauss, een groot bewonderaar van Marcel Proust overigens, vond dat het schrijven van zo’n literair boek niet vlotte, was niet tevreden over de kwaliteit ervan en schoof uiteindelijk die plannen opzij. Hij behield de titel en een paar fragmenten maar schreef een totaal ander werk.

Geen reisverslag, geen roman, geen autobiografie, ook geen verzameling  essays  en al helemaal  geen doorwrocht antropologisch werk. Sommigen proberen dit originele boek dan maar  in twee woorden te omschrijven als een “filosofische exploratie” of een “intellectuele zwerftocht”, maar ook deze omschrijvingen schieten te kort.

Eigenlijk doorvlecht de auteur in Tristes Tropiques zijn herinneringen aan zijn reizen in het Amazone-gebied met beschouwingen over zijn motieven om als ex-student filosofie antropoloog te worden, met zijn visie op de culturele antropologie en de talrijke inherente  paradoxen die deze wetenschap kenmerken, met  filosofische reflecties en kritieken op de existentialisten en andere filosofische stromingen, met uitweidingen over religies zoals islam en boeddhisme, met reminiscenties aan zijn reizen naar Zuid-Azië en ervaringen in India en Pakistan, met literaire stukken uit zijn “mislukte roman”, zoals een 7 pagina’s lange beschrijving van een zonsondergang, met een samenvatting van een toneelstuk dat hij tijdens zijn verblijf in de Braziliaanse jungle schreef, met eigen gedichten, met mijmeringen over de klassieke muziek die tijdens het reizen door zijn hoofd speelt, enzovoort enzovoort…

En nee, hoewel je meegevoerd wordt door de herinneringenstroom van de auteur en verrast wordt doordat hij af en toe plots van onderwerp, van plaats en van tijd verandert is dit noch een onsamenhangend, noch een gekunsteld, noch een moeilijk boek. Het vestigde zijn reputatie in het midden van de twintigste eeuw want hij bereikte er een zeer groot publiek mee dat zijn latere, moeilijker boeken over antropologie nooit zou lezen. Lévi-Strauss was nl. de grondlegger van het structuralisme in de antropologie en daarmee ook één van de absolute kopstukken van de nu wat gedateerde “structuralistische school” in de filosofie en de sociale wetenschappen.

Dit veelzijdige, caleidoscopische en vlot leesbare boek begint met een requisitoir tegen het reizen en (pseudo)-ontdekkingsreizigers in het bijzonder – de  beroemde eerste zin van het boek “Ik heb een hekel aan reizen en ontdekkingsreizigers.” laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Lévi-Strauss zou na zijn Braziliaanse exploraties zelfs nauwelijks nog etnografisch onderzoek op het terrein uitvoeren ; zijn antropologisch werk bleef ondanks zijn wantrouwen t.o.v. de filosofie en de metafysica in het bijzonder altijd meer gericht op abstracties en theorievorming dan op empirisch onderzoek ter plaatse.

In Tristes tropiques kan de lezer af en toe al even proeven van een aantal van deze theorieën in embryonale vorm, die hij later zou uitwerken en proberen te bewijzen. Zijn theorieën zouden later een grote invloed hebben op andere structuralistische, maar ook op poststructuralistische en postkolonialistische filosofen en zouden de weg bereiden voor de poststructuralistische en anti-humanistische hoofdstroming in de Franse filosofie van de jaren 70 en 80. Maar om dit boek te waarderen hoef je absoluut niets over Lévi-Strauss zelf of over zijn theorieën te weten –  laat staan het daar volledig mee eens te zijn.

Even een concreet voorbeeld uit Tristes Tropiques aanhalen dat Lévi-Strauss’ denken illustreert. Lévi-Strauss zocht nl. steeds naar onbewuste, universele structuren en bipolaire tegenstellingen die zich op allerlei terreinen (zoals in verwantschapsstructuren, mythes, kunst…) in een samenleving zouden uiten en de maatschappij determineerden. Verborgen structuren beheersten volgens hem het denken en handelen van mensen in een samenleving. In het stuk over de Bororo- en de Caduveo-indianen komt dit nog het meest tot uiting: hij meende bv. dat de patronen in de lichaamsbeschilderingen van de Caduveo een onbewuste afspiegeling waren van de verwantschapsstructuren en plattegrond van de dorpen van de naburige en verwante Bororo-stam. De invloed van Sigmund Freud op Lévi-Strauss is hier duidelijk merkbaar, ondanks het feit dat hij zelf de antropologie op een meer natuurwetenschappelijke basis wou grondvesten.  De psychoanalyse, het marxisme en de geologie worden in Tristes Tropiques immers als inspiratiebronnen door Lévi-Strauss genoemd om antropoloog in plaats van docent filosofie te worden. Hij ging er van uit dat deze wel zeer uiteenlopende “wetenschappen” (marxisme en psychoanalyse werden in de jaren 50 door een groot deel van de intellectuele elite nog als wetenschappen beschouwd) een “andere, verborgen werkelijkheid” onder de zichtbare werkelijkheid blootleggen. En die richting zou later ook zijn eigen “structurele antropologie” opgaan. Ook de volgende passage in “Tristes Tropiques” geeft daar al een voorsmaakje  van:

“Wat een dorp een dorp maakt is dus niet de grond waarop het staat noch de hutten, maar een bepaalde structuur (…). Zo wordt ook begrijpelijk hoe het komt dat de missionarissen alles vernietigen als ze de traditionele ordening van het dorp verstoren.”

Dit citaat illustreert tevens hoe Lévi-Strauss in het boek regelmatig de vreselijke gevolgen van de kolonisatie op de oorspronkelijke bevolking betreurde. Hij vreesde dat er enkele tientallen jaren later nauwelijks nog indianen meer zouden overblijven – laat staan dat ze hun traditionele levenswijze zouden kunnen behouden. (Zijn vooruitzichten bleven gelukkig vooralsnog iets te pessimistisch: vanaf de jaren 70 verbeterden de levensomstandigheden van de Braziliaanse indianen en groeide hun bevolking weer snel aan.) Sommige bladzijden van het boek krijgen hierdoor een melancholisch tintje, want hoewel de auteur over het algemeen een vrij nuchtere observator is, staat die “Tristes” niet voor niets in de titel. Maar toch zijn ook licht-ironische passages het boek niet vreemd:

“De voorbereidingen voor een etnografisch expeditie naar Midden-Brazilië worden getroffen op het kruispunt van de rue Réaumur en de boulevard du Sébastopol. Daar bevinden zich alle groothandelaren in fournituren, daar zijn naar verwachting de artikelen te vinden die voldoen aan de kieskeurige smaak van de indianen.”

Lévi-Strauss schetste ondanks al zijn scherpe uithalen naar de Westerse samenleving en zijn bijna fatalistisch mededogen met hun lot hoegenaamd geen geïdealiseerd beeld van de Braziliaanse indianen. Voorstellingen van “nobele wilden” zijn het boek helemaal vreemd ondanks het feit dat hij een bewonderaar was van Jean-Jacques Rousseau: “onze leermeester, Rousseau, onze broeder, (…) aan wie elke bladzijde van dit boek opgedragen had kunnen zijn”. Maar hij had een betwistbare visie op Rousseau: hij ontkende nl. dat deze de “natuurstaat” van “de wilde” zou verheerlijken.

Of je het er nu mee eens bent of niet, het zijn juist tal van dergelijke eigenzinnige  filosofische exploraties,  intellectuele zijsprongetjes  en literaire vingeroefeningen, die het boek zoveel meer diepgang geven dan het eerste het beste reisverslag. Tristes Tropiques staat op plaats 20 in Le Mondes “100 boeken van de eeuw”. Voor Ton Lemaire, de Nederlandse culturele antropoloog en filosoof, die een nogal hagiografisch boek over Levi-Strauss schreef, waarin hij vooral minder bekende  nevenaspecten van zijn werk behandelt,  is Tristes tropiques één van de vijf werken die hij zou meenemen naar dat mythische onbewoonde eiland.  Als er in de boot naar dat eiland plaats is voor een niet al te kleine boekenkast mag het wat mij betreft ook mee.

Wouter De Raes, collectie geschiedenis

GELEZEN: Het trieste der tropen van Claude Lévi-Strauss

Joke Hermsen in de Paarse Zetel

Joke_Hermsen_04“De mens is altijd méér dan hij denkt te zijn” is een van Joke Hermsens meest geliefde uitspraken en typeert een veelzijdig auteur en filosofe die wat ons bezighoudt filosofisch tracht te duiden. Op 21 maart is ze te gast in De Paarse Zetel.

De Nederlandse schrijfster en filosofe publiceerde over filosofen en dichters als Ingeborg Bachmann, Hannah Arendt en Lou Andreas-Salomé. Ze schreef romans zoals De liefde dus (2008) over Belle Van Zuylen en Blindgangers (2012), over een vriendengroep die op middelbare leeftijd terugkijkt naar hun studententijd.

Met haar pleidooi om anders aan te kijken tegen het fenomeen tijd oogst ze in 2009 een even onverwacht als terecht succes. Stil de tijd. Pleidooi voor een langzame toekomst, een filosofisch onderbouwd betoog voor de innerlijke tijd van reflectie en creativiteit groeide uit tot een bestseller. Heel recent schreef ze het nawoord bij een nieuwe vertaling van Virginia Woolfs Mevrouw Dalloway en publiceerde ze een essay in de verzamelbundel De waarheid is een vrouw en andere hedendaagse mythes.

De schrijfster is een graag geziene gast in het Nederlandse lezingencircuit maar was in Vlaanderen nog zelden te horen en te zien. Het interview met Griet Pauwels binnen de reeks Paarse Zetellezingen, op donderdag 21 maart van 12u30 tot 13u15 is dus een unieke kans om meer te horen van deze auteur.

Johan Eeckhout, literatuurafdeling

Joke Hermsen in de Paarse Zetel

Filosoferen met kinderen: Vader, moeder, ik en wij

Naar aanleiding van de theatervoorstelling  Vader, moeder, ik en wij van LOD  in de Kopergietery  staan momenteel in de jeugdafdeling in Bib Zuid  boeken over filosoferen voor kinderen in de kijker.   De bib stelde ook een keuzelijst rond de voorstelling samen.
De voorstelling gaat  over filosoferen voor kinderen en is gebaseerd op het boek Picknick op de wenteltrap van Esther Jansma. Een actrice en twee muzikanten verkennen de fascinerende denkwereld van een jong meisje op het podium, middenin  verrassende videobeelden. Regisseur Inne Goris maakt al jaren (jeugd)theater op een eigenzinnige  manier. Haar voorstellingen zijn vaak bewerkingen van toneelstukken, boeken of sprookjes die ze omzet naar een verstilde, uitgepuurde en bijna woordeloze beeldtaal.  Beweging is een essentieel onderdeel in haar werk.

Meer informatie over de voorstelling vind je hier.

Filosoferen met kinderen: Vader, moeder, ik en wij