Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 8


index (1)

Op woensdag 25 mei 2016 interviewde Pat Donnez UGent-wetenschappers Tessa Kerre (Inwendige Ziekten, Hematoloog), Catharina Dehullu (Internationaal Recht, Europees Recht) en Steven Vanden Broecke (Geschiedenis) over hun favoriete literaire werken.

Tessa Kerre is in de korte roman Het zwart en het zilver (2014) van de Italiaanse schrijver Paolo Giordano (bekend van De eenzaamheid van de priemgetallen) vooral geboeid door het inspirerende personage van de huishoudster Signora A. die in het leven komt van Nora, die zij verzorgt met “een religieuze drang” tijdens een moeilijke zwangerschap, en haar in de roman niet bij naam genoemde man, die het verhaal vertelt. Ten slotte krijgt Signora A. (koosnaam: Babette) kanker maar blijft verbonden met de man en de vrouw.

De tweede roman van Kerre, Honderd jaar eenzaamheid (1967) van de Colombiaanse schrijver Gabriel Garcia Marquez, is het “beslissend boek” dat zij las in juli 1989 toen zij 16 jaar was. Kerre, enig kind in een gezin, droomde van grote families, en vond in de roman de oerfamilie, met onder meer de zeer sterke figuur van Ursula (120 jaar), in het fictieve Macondo. Zij herlas het boek nu en vond het een “duister en triestig verhaal”. Een ander aspect van de magisch-realistische – voor Garcia Marquez de Latijns-Amerikaanse realiteit – roman, de zoektocht naar nieuwe dingen (verband met de wetenschap) wordt prachtig geïllustreerd door de ondertussen beroemde eerste zin, waarbij kennis wordt gemaakt met het ijs.

Catharina Dehullu heeft voor de roman Dora Bruder (1997) van de Franse schrijver Patrick Modiano (Nobelprijs voor Literatuur 2014) gekozen vanwege het onderwerp: de zoektocht naar een verdwenen Joods meisje in Parijs in 1941. Modiano geeft volgens Dehullu “een gezicht aan mensen die tussen de plooien van de geschiedenis vallen”.

Dehullu kiest daarna voor de recente roman Jij zegt het (2015; Libris Literatuurprijs 2016) van de Nederlandse schrijfster Connie Palmen: het verhaal van de noodlottige relatie van de Amerikaanse dichteres Sylvia Plath – zij pleegt uiteindelijk zelfmoord – en haar man, de Engelse dichter Ted Hughes. Haar interesse voor de roman was ingegeven door haar lectuur van Plaths autobiografische roman The bell jar (1963; De glazen stolp). Jij zegt het is evenwel geschreven vanuit het perspectief van Ted Hughes en geïnspireerd door zijn autobiografische dichtbundel The birthday letters (1998; Verjaardagsbrieven) in een volgens Dehullu bij het verhaal passende geaffecteerde stijl en als “in een gulp geschreven zonder punten met komma’s”.

Steven Vanden Broecke kiest voor een Joods-Amerikaanse auteur Henry Roth – “iemand die veel te weinig gelezen wordt” – met zijn autobiografische roman Call it sleep (1934), vanuit het vertelperspectief van een opgroeiende jongen die een van de vele migranten was die voet zette omstreeks 1907 op Ellis Island (New York). Boeiend vindt Vanden Broecke de verhaallijn die illustreert “hoe problematisch taal is door de ogen van een vijfjarige migrant”. Ook geweld (vooral door de vaderfiguur) en seksualiteit zijn essentieel in de roman die gekenmerkt wordt door een modernistische verteltrant.

Daarna kiest Vanden Broecke voor het gedicht Journey of the Magi (1927; zie The complete poems and plays of T.S. Eliot) van de Amerikaans-Britse dichter T.(homas) S.(tearns) Eliot (Nobelprijs voor Literatuur 1948). Het gedicht verwoordt de tocht van de drie wijzen of koningen uit het oosten (oorspronkelijke tekst in het Evangelie van Matteüs) vanuit het perspectief van de wijzen die met “een gevoel van verwarring op de grens staan van leven (geboorte) en dood”. Eliot had zich bekeerd tot het anglicanisme maar in het gedicht durft hij “hij de waanzin van het geloof in de ogen kijken”, wat Vanden Broecke illustreert door het lezen van een fragment met de dichtregel “That this was all folly” en de allerlaatste zin “I should be glad of another death” en verwijst naar de zangerigheid van Eliots stem bij het voorlezen van het gedicht (te beluisteren op YouTube (klik hier).

Joël Neyt, bibliotheekmedewerker voor de Literatuurafdeling in de Stedelijke Openbare Bibliotheek Gent

Belezen Wetenschappers In Vooruit – aflevering 8

Plaats een reactie