‘Ik wil dat jij mijn vriend bent. Voor altijd. Als je mijn vriend bent, zul je iedere dag genieten. Maar als jij mijn vriend niet wilt zijn, zul je iedere dag lijden.’
De bloedige Syrische burgeroorlog verplettert zijn burgers al meer dan 3 jaar, met meer dan 120.000 doden en 6 miljoen vluchtelingen tot gevolg. Eén op de drie Syriërs heeft geen huis meer. Die duizelingwekkende cijfers kunnen nu zelfs niet meer gecontroleerd worden door de VN. De farce van de presidentsverkiezingen van 3.6.2014, waarbij president Bashar al-Assad herverkozen wordt met 89(!) procent, illustreert de waanzin van het aanslepende conflict. De fundamentele destabilsatie van het land en de gehele regio legt een loodzware last op de toekomstige generaties. Reporters without Borders rapporteert jaar na jaar over de persvrijheid in de Press Freedom Index: Syrië staat daar op de 177ste plaats, enkel in Turkmenistan, Noord-Korea en Eritrea is het nog erger.
Nihad Siries (Aleppo, 1950), bekend om zijn romans en dramaseries voor televisie, ontvluchtte in 2012 de censuur in zijn vaderland Syrië. ‘Wíj moesten stil zijn en het regime maakte lawaai. Wij mochten niets zeggen. Daarom schreef ik dit boek.’ (in een interview Vrij Nederland 8.2.2014)
In Een dag van stilte en lawaai tekent Siries het hopeloze gevecht van de eenling tegen de permanente willekeur van het apparaat, het verstikkende surrealisme van de megalomane dictator, de verlammende ANGST.
Met dit beklemmend meesterwerkje over politiek en liefde, reeds verschenen in 2004 maar pas in januari 2014 in het Nederlands vertaald, plaatst Siries zich in het gezelschap van Franz Kafka, George Orwell en Milan Kundera. Het treft dat het land en zijn dictator niet bij naam genoemd wordt. Dat maakt deze novelle net universeel en van alle tijden. Hier wordt de tirannie verbeeld via de polen ‘stilte en lawaai’.
Op een ochtend ontvlucht de bekende Arabische schrijver Fathi Sjien, alter ego van Nihad Siries, zijn bloedhete en lawaaierige appartement om naar zijn geliefde te gaan. Hij komt echter terecht in een georkestreerde steunbetuigingsmanifestatie van de autoriteiten ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van het bestuur van de Grote Leider (lees: de dictatuur). ‘Joelende massa’s, lawaai, marsmuziek, meer afbeeldingen van de Leider dan er mensen zijn’. Hij raakt betrokken bij een incident en grijpt in als hij ziet hoe een jongen door veiligheidsagenten mishandeld wordt. Hij moet zijn identiteitskaart afgeven aan enkele brute partijmilitanten en het gaan afhalen op het bureau van de veiligheidsdienst. Wat begint als een speurtocht om zijn persoonsbewijs terug te krijgen in het labyrint van de bureaucratie, escaleert naar een clash met de autoriteiten waarbij hij voor de verscheurende keuze staat: in dienst treden van de tiran of vernietigd worden als individu.
Siries laat je de hypnotische werking voelen van het oorverdovend lawaai van de optochten en de spreekkoren en de terreur van de alomtegenwoordige massamedia (tv, radio, luidsprekers op straat…) ten dienst van de ‘band’ tussen de Leider en de massa’s. Lawaai als troef van de dictatuur: je wordt overstemd en je krijgt geen ruimte meer voor je eigen gedachten.
Hoe blijf je in zo’n absurde nachtmerrie als individu overeind? ‘Lachen en seks waren de wapens die we gebruikten om te overleven’. De mooie en aangrijpende erotische scènes verdienen een plaats in een nieuwe editie van The Faber book of seductions (1988), maar die heruitgave moet dan dringend uitgebreid worden tot de wereldliteratuur.
Bekroond met de English PEN Awards for Writing in Translation 2013
Koen Temmerman, bibliothecaris