Begin november zijn het traditiegetrouw literaire hoogdagen in Frankrijk met het uitreiken van prestigieuze prijzen, zoals de Prix Goncourt en de Prix Renaudot. Eigenlijk begon het literaire prijzencircus al op 30 oktober met de uitreiking van de Grand Prix du roman de l’Académie française. Die werd uitzonderlijk toegekend aan een debuutroman, Constellation van Adrien Bosc (1986), een soort literair eerbetoon aan de slachtoffers en hun nabestaanden van de Air France vliegtuigramp in 1949. Hierbij kwamen o.a. de Franse bokser Marcel Cerdan (de minnaar van Édith Piaf) en de violiste Ginette Neveu om het leven.
Maandag 3 november was er dan de uitreiking van de Prix Femina, die ieder jaar door een geheel uit vrouwen bestaande jury wordt toegekend. De maatschappelijk geëngageerde Yanick Lahens (1953) won met Bain de Lune, een roman die zich in haar politiek instabiele en arme thuisland Haïti afspeelt.
Het boek verscheen trouwens bij de kleine uitgeverij Sabine Wespieser, een onafhankelijke uitgeefster die jaarlijks maar een tiental boeken publiceert die ze met zorg kiest.
Een dag later viel de enigmatische Antoine Volodine (1950) in de prijzen. Hij won de gerenommeerde Prix Médicis met Terminus radieux, waarin hij een donker portret schetst van een door mutanten bevolkt post-apocalyptisch Siberië. Volodine ontwikkelt in zijn werk een heel eigen universum, toon en thematiek. Meestal spelen zijn romans zich ook af in de toekomst, maar hij beschouwt zijn oeuvre niet als sciencefiction.
Er zitten 5 Franstalige romans van Volodine in onze collectie, helaas werden zijn boeken voorlopig nog niet vertaald in het Nederlands.
Woensdag 5 november schoot Lydie Salvayre (1948) de hoofdvogel af met de meest prestigieuze prijs, de Prix Goncourt. Ze won met haar beklijvende roman over de Spaanse Burgeroorlog Pas pleurer. Salvayre vermengt in deze roman de belevenissen van de schrijver Georges Bernanos met die van haar moeder tijdens de franquistische repressie. Als ode aan haar moeder is het taalgebruik trouwens ‘fragnol’, een mengeling van Spaans en Frans. Literair criticus Margot Dijkgraaf, die zich specialiseert in Franse literatuur was alleszins erg opgetogen en sprak van een ‘soms ronduit magistraal magnum opus, waarin Salvayre haar lezer moeiteloos het Spanje van de late jaren ’30 binnenvoert’. Haar volledige artikel over de kersverse Goncourtwinnaar vindt u hier.
Salvayre heeft ondertussen een uitgebreid oeuvre bijeen geschreven en werd gelukkig ook uitgegeven in het Nederlands. We hebben in totaal 14 titels in onze collectie.
David Foenkinos (1974), de gedoodverfde favoriet voor de Prix Goncourt, moest zich tevreden stellen met de Prix Renaudot. Deze bekroning is het kleine broertje van de Goncourt en wordt ook gelijktijdig uitgereikt. De Prix Renaudot werd in 1926 door een aantal journalisten in het leven geroepen uit onvrede met de vaak belegen keuze van de oudere Goncourt-jury. Foenkinos’ bekroonde boek Charlotte is een lang narratief gedicht over het tragische lot van de Berlijnse Charlotte Salomon, een jonge Joodse artieste die in 1943 in Auschwitz om het leven kwam.
Net als bij de Goncourt (een symbolische 10 euro) is het bij de Prix Renaudot (0 euro) niet om het prijzengeld te doen, maar om de eer en het prestige. En de boost in de boekenverkoop natuurlijk. De winnaar van de Prix Renaudot verkoopt gemiddeld zo’n 200.000 exemplaren, de winnaar van de Goncourt maar liefst 400.000.
Op 6 november was er dan nog de uitreiking van de Prix Decémbre, een bekroning die bekend staat voor de wat eigenzinnige keuze van de jury, dit jaar o.a. met Amélie Nothomb en vast lid Philippe Sollers. De voormalige naam Prix Novembre moest in 1998 zelfs veranderd worden op eis van oprichter Michel Dennery, nadat hij ontslag nam uit ongenoegen met de controversiële keuze voor Les Particules élémentaires van Michel Houellebecq. Gelukkig werd een nieuwe mecenas snel gevonden: kunstliefhebber en voormalige partner van Yves Saint-Laurent, Pierre Bergé. Het royale prijzengeld van 30.000 euro werd dit jaar overhandigd aan historica en psycho-analyste Elisabeth Roudinesco voor haar biografie over Freud, Sigmund Freud en son temps et dans le nôtre. Eerder uitzonderlijk dus dat een non-fictie werk werd bekroond. De andere kanshebber was de essaybundel Et dans l’éternité je ne m’ennuierai pas van Paul Veyne.
Zondag 9 november volgt dan nog de Prix Interallié, die oorspronkelijk werken van journalisten bekroonde, maar het nu ruimer ziet. Op 13 november is er de Prix de Flore, een Franse literatuurprijs die door auteur Frédéric Beigbeder in het leven werd geroepen om jonge talentvolle auteurs in de bloemetjes te zetten. Een leuke extraatje naast het prijzengeld is dat de laureaat ook een jaar lang recht heeft op een glas witte wijn in het Café de Flore, geschonken in een glas waarin hun naam is gegraveerd.
Op dinsdag 18 november volgt nog de Prix du style alsook de nationale finale van de Prix Goncourt des lycéens, een jonge variant van de prix Goncourt met een jury van 1500 leerlingen.
Ludovic Bouckaert, Literatuurafdeling