Marente de Moor in De Paarse Zetel (do 6/11)

Marente de MoorMarente de Moor (1972) studeerde slavistiek en verbleef in de jaren negentig in Sint-Petersburg. Geïnspireerd door dit verblijf debuteerde ze met ‘Peterburgse vertellingen’.

Na ‘De overtreder’ (2007) publiceert ze in 2010 ‘De Nederlandse maagd’, waarmee ze verrassend de AKO Literatuurprijs 2011 won, en pas ook de EU Literatuurprijs 2014. De jury van de AKO Literatuurprijs loofde ‘de subtiele en zinnelijke roman over littekens die een oorlog achter kan laten, met een zeggingskracht die nu nog relevant is’.

In haar meest recente roman, ‘Roundhay, tuinscène’, schrijft ze over de uitvinders van het einde van de negentiende eeuw. De sfeervolle ideeënroman focust op de prille beginjaren van de film, wanneer uitvinders en patentjagers de ontwikkelingen in hun voordeel trachten te claimen en haalde de shortlist van de Libris Literatuur Prijs.

In het werk van de Moor overheersen romantiek en strijd, weemoed en het verlangen om herinneringen vast te leggen, te conserveren. Critici prijzen haar ‘woeste en beeldende stijl’.

Met het gesprek in De Paarse Zetel kan u kennismaken met een auteur die zelden de media opzoekt maar gedreven en verbeten werkt aan een eigenzinnig oeuvre, stilistisch hoogstaand en zoekend naar een groter verhaal.

Alle Paarse Zetel-interviews hebben plaats in Bibliotheek Zuid (Achilles Musschezaal, 2de verd.) op donderdagmiddag van 12.30u tot 13.15u. Gratis toegang. Reserveren niet mogelijk. Deuren dicht om 12.30u of zodra volzet. Vorige gasten in de Paarse Zetel zijn te horen op de bib-podcast. Op 20 november interviewt Griet Pauwels theatermaker en -schrijver Pieter de Buysser.

Marente de Moor in De Paarse Zetel (do 6/11)

Paarse Zetel start met schrijfster Saskia de Coster (do 2/10)

De Coster, Saskia (c) Katrien Van GielOpnieuw vraagt interviewster Griet Pauwels tijdens de lunchgesprekken van de bibliotheek de gasten de kleren van het lijf. De najaarsreeks 2014 opent op donderdag 2 oktober met de Vlaamse schrijfster Saskia de Coster.

Zij debuteerde in 2002 met Vrije val. Daarna volgden nog enkele opmerkelijk lichtvoetige romans, zoals het sprookjesachtige Jeuk en Eeuwige roem waarin zelfs de dieren spraken. In 2013 verscheen haar meest succesvolle boek, Wij en ik, dat vanuit een setting in een typisch Vlaamse verkavelingswijk de psychologie van de hedendaagse mens verkent. De Coster werkte ook mee aan Theater aan zee, schreef citybooks voor De Buren en is columniste bij de krant De Morgen.

Later op het seizoen is ook de Nederlandse romanschrijfster en Ruslandkenner Marente de Moor (op 6 november) te gast. Op 20 november neemt theatermaker en -schrijver Pieter de Buysser van Meneer Afzal, Het litteken lip, Book burning … plaats in de Paarse Zetel.

Alle Paarse Zetel-interviews hebben plaats in Bibliotheek Zuid (Achilles Musschezaal, 2de verd.) op donderdagmiddag van 12.30u tot 13.15u. Gratis toegang. Reserveren niet mogelijk. Deuren dicht om 12.30u of zodra volzet. Vorige gasten in de Paarse Zetel zijn te horen op de bib-podcast.

Paarse Zetel start met schrijfster Saskia de Coster (do 2/10)

Mediëvist Frits van Oostrom in de Paarse Zetel (do 03/04)

Frits van Oostrom, Nederlands meest bevlogen specialist van de middeleeuwse cultuur en literatuur, is te gast bij Griet Pauwels voor een interview in de Paarse zetel, op donderdag 3 april (12.30u-13.15u) in de Achilles Musschezaal van Bibliotheek Zuid.
Gratis toegang, geen reservering mogelijk. De deuren gaan dicht zodra het interview gestart is.
Voor wie dit zou missen: vanaf vrijdag 4 april te beluisteren op de podcast.

Van Oostrom is hoogleraar in Utrecht en een fenomenaal mediëvist. Hij schreef over Koning Arthur, Lancelot en Reinaert, maar ook bredere studies als Handgeschreven wereld, Stemmen op schrift en Maerlants wereld, dat in 1996 bekroond werd met de AKO-prijs. In dit verrassende portret van de ‘vader der Dietse dichters’ benaderde hij de schrijver van de Rijmbijbel (1271!) vanuit de thema’s magie en wellust, middeleeuwse krijgskunst en humor.

‘In een complement van methoden ligt de kracht van ons vak,’ zegt Van Oostrom. Zo deed hij in de jaren ’80 van vorige eeuw al een poging om de steriele discussie rond het beroemde mirakelspel Beatrijs te doorbreken door de verhaalstof in haar context te plaatsen van andere Marialegendes en middeleeuwse verhaaltradities, van toenmalige lezers en schrijvers. Dat historisch ontstaanskader hanteerde hij ook voor Het woord van eer (1987), o.a. over de poëzie van Willem van Hildegaersberch, dichter aan het Hollandse hof. En die bloeiende literaire hofcultuur leek in de 14de eeuw net zo goed een vlucht uit de crisis als dat vandaag met sommige cultuuruitingen het geval is.

Van Oostrom schenkt zowel aandacht aan de diversiteit van literaire stemmen in een specifiek cultureel milieu of literatuurhistorische periode, als aan de mentaliteitsgeschiedenis en sociale problematiek. De jury van de Wijnaendts Francken-prijs voor cultuurgeschiedenis waardeerde daarom zeer terecht Van Oostroms ‘nieuwe wijze van denken en beleven,’ waarin hoofse etiquette, maatschappelijke posities, religieuze of didactische dimensies en volkscultuur verweven blijven. En ook zijn stijl, die soms met bravoure, maar ook met de nodige voorzichtigheid aanleunt bij die van de historische roman: ‘In augustus 1400 heeft hij, opererend in een knokploeg van vrienden en familieleden (-) een andere groep hovelingen (-) zo duchtig afgerost dat er twee doden en tenminste drie zwaargewonden vielen.’ Frits van Oostrom schrijft welbewust wetenschappelijke boeken die ook leesplezier bieden voor een publiek dat geen literatuur gestudeerd heeft; daarbij wil hij zijn nieuwsgierigheid op hen overbrengen en duidelijk maken, dat niet alles gekend of zelfs maar kenbaar is: ‘ik hoopte dat iets zou overslaan van de spanning die ik voel’.

In 2006 leverde hij het eerste deel af van een nieuwe Nederlandse literatuurgeschiedenis: Stemmen op schrift, dat onze vroegste literatuur tot het jaar 1300 belicht. En die titel mag vrij letterlijk worden genomen: het is de periode waarin van een louter orale literaire traditie wordt omgeschakeld naar de geschreven cultuur van o.a. de Wachtendonckse psalmen, eigenlijk een boek voor de alfabetisering van jonge geestelijken, tot het befaamde Gruuthuse-handschrift , waarin het niet minder beroemde Egidiuslied werd opgetekend.  En samen met het vorig jaar verschenen tweede deel Wereld in woorden (over de Nederlandse literatuur tussen 1300 en 1400) belicht het de periode waarin de volkstaal, het Middelnederlands, naast het Latijn evolueert tot de basis van een bloeiende, poëtische literatuur, met grote dichters als Heinric van Veldeke, avonturenverhalen als die van Sint-Brandaan, en hoofdpersonages als Reynaert, Beatrijs en Karel ende Elegast. Om uit te komen bij wereldwijze schrijvers als Jacob van Maerlant en Jan van Boendale, bij de mystiek van Ruusbroec en Hadewijch, en bij de Abele spelen (Esmoreit, Gloriant, Lanseloet van Denemarken…).

Van Oostrom spreekt bewonderend én ook altijd nieuwsgierig over het vroegste culturele leven in Vlaanderen en Nederland en legt verbanden met hedendaagse trends en met de literaire canon. Die enorme berg literair erfgoed omvat digitaal geteld samen een kleine 70 MB, te veel om grondig te kunnen lezen, want zo’n 9 miljoen woorden, en in diversiteit niet veel kleiner dan de huidige Van Dale. En sinds kort niet enkel digitaal leesbaar, maar ook hoorbaar: hoe werd het Egidiuslied gezongen? Hoe vilein klinken Reynaerts woorden?

En het is niet onbelangrijk om daarbij ook de context uitgebreid in beeld te brengen, de volksbeleving en de hang naar spektakel, het religieuze leven in allerlei gemeenschappen, de bruisende handelssteden in Holland en Vlaanderen. Van Oostrom laat niet na om er tussendoor ook op te wijzen hoe met dit literaire erfgoed door de eeuwen heen is omgegaan, hoe het uitgespit is door fanatieke speurders, zoals Justus Lipsius en Willem de Vreese, hoe die literatuur soms moeizaam werd uitgegeven, hoe de Vlaamse Beweging nieuwe impulsen leverde met o.a. Jan Frans Willems, en hoe nieuwe visies de 19de eeuwse romantische verbeelding aflosten. Van Oostrom weet zich schatplichtig aan voorgangers als Jonckbloet, J. Van Mierlo en Knuvelder, maar voelt zich ook een ‘hoeder’ van het omvangrijke patrimonium waarover hij schrijft, iemand die zich rekenschap geeft van het belang van dat culturele erfgoed en het op een boeiende manier door wil geven aan volgende generaties, in wat hij noemt ‘creatieve non-fictie’.

Meer over Frits van Oostrom op www.fritsvanoostrom.nl

Jean-Paul den Haerynck,  Afdeling Taal en Literatuur

 

Mediëvist Frits van Oostrom in de Paarse Zetel (do 03/04)

Gesprek met historica/jeugdauteur Aline Sax in de Paarse zetel (vr.21/3)

Foto Koen Broos
Foto Koen Broos

Aansluitend bij Oorlog en trauma en bij de Jeugdboekenweek is Aline Sax te gast bij Griet Pauwels in de Paarse zetel. Uitzonderlijk op eeen VRIJDAG, 21 maart (12.30-13.15u) in bibliotheek Zuid, Achilles Musschezaal.

Aline Sax is gefascineerd door geschiedenis. Ze doctoreerde in 2012 over de Tweede Wereldoorlog. Tegelijk verscheen Voor Vlaanderen, volk en Führer over Vlaamse collaborateurs tijdens WOII.
Ook in haar verhalen voor jongeren is WO II een terugkerend thema: Geen stap terug (Stalingrad, 1942), Mist over het strand (15-jarige soldaten in het Duitse leger), De laatste reis (de Holocaust). In 2011 maakte ze samen met illustrator Caryl Strzelecki De kleuren van het getto, een opmerkelijke graphic novel over de opstand in het Joodse getto van Warschau in 1943.

In Wij, twee jongens volgt de lezer de 18-jarige Adriaan, die in 1910 met zijn familie wil emigreren naar New York, maar er uiteindelijk alleen aankomt. Hij moet zich weten te redden in de grootstad. Dat gaat moeizaam, tot hij hulp krijgt van Jack. In 2008 won de toen 24-jarige Aline Sax met dit verhaal over migratie en ontluikende homoseksualiteit ‘De kleine Cervantes’ jeugdliteratuurprijs 2008 van de Stad Gent, een publieksprijs toegekend door jongeren van de 1ste graad van Gentse secundaire scholen. Voor de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen eindigde het boek op de 2de plaats (na het toen razend populaire Twilight). Schaduwleven vertelt hoe het verder loopt met Adriaan en Jack.

Met Het meisje en de soldaat schrijft Aline Sax voor het eerst over de Eerste Wereldoorlog: het is een intiem dubbelverhaal, afwisselend vanuit het vertelstandpunt van een blind meisje en van een Afrikaanse soldaat aan het IJzerfront, met illustraties van Ann De Bode.

Meer info over Aline Sax op haar website www.alinesax.be

Gesprek met historica/jeugdauteur Aline Sax in de Paarse zetel (vr.21/3)

Jean Paul Van Bendegem in de Paarse zetel (do. 20/2)

JP Van BendeghemWetenschapsfilosoof Jean Paul Van Bendegem  is te gast bij Griet Pauwels voor een interview in de Paarse zetel, op donderdag 20 februari  (12.30u-13.15u) in de Achilles Musschezaal van Bibliotheek Zuid.
Gratis toegang, geen reservering mogelijk. De deuren gaan dicht zodra het interview gestart is.

Jean Paul Van Bendegem, van opleiding wiskundige, is hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie aan de VUB en deeltijds gastdocent aan de Universiteit Gent, waar hij reeds in 1983 doctoreerde met een verhandeling over eindige, empirische wiskunde.
Zijn wetenschappelijk onderzoek handelt vooral over de grondslagen van de wiskunde en de logica. Maar deze vrijmetselaar, “vrolijke atheïst” en erevoorzitter van SKEPP (Studiekring voor de Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale) is ook columnist in Knack. Zijn grote eruditie en zijn gevoel voor humor zorgen ervoor dat hij ook een graag geziene gast is in de Vlaamse mediawereld tout court. Hij schreef naast een aantal vakspecifieke publicaties over logica en wetenschapsfilosofie ook een aantal zeer toegankelijke boeken zoals  Hamlet en entropie, Over wat ik nog wil schrijven en De vrolijke atheïst.

Zijn “pamflettaire essay” Hamlet en entropie handelt o.a. over de irritaties en de kloof tussen leken en wetenschappers, maar vooral over het spanningsveld tussen exacte wetenschappen, humane wetenschappen en de “geesteswetenschappen”. Waarom ben je een cultuurbarbaar als je niets van Shakespeare kent, maar is het perfect aanvaardbaar als je de Tweede Wet van de Thermodynamica niet kan beschrijven of situeren ?
Dat Van Bendegem zelf in enorm veel geïnteresseerd is, en zeker in thema’s en vraagstukken over de grenzen van de  humane, de exacte en de cultuurwetenschappen heen, bewijst hij met zijn zeer persoonlijke boek Over wat ik nog wil schrijven. In elf hoofdstukken omschrijft hij de projecten van tien mogelijke boeken die hij nog zou kunnen uitwerken:  over de relaties tussen literatuur en wiskunde, over scepticisme, over Vrijmetselarij, Sherlock Holmes, stripverhalen, wiskunde, muziek, architectuur, geloof en humor en tenslotte over seks, erotiek en pornografie…
Niet van humor gespeend en ook niet te beroerd om aan populaire televisieprogramma’s zoals De slimste mens deel te nemen wekt het geen verbazing dat deze hoogleraar en BV in een lichtvoetige stijl een boek kon schrijven met als titel De vrolijke atheïst, waarin hij zijn persoonlijke levensbeschouwelijke evolutie beschrijft en zijn mens- en wereldvisie uiteenzet.

Jean Paul Van Bendegem in de Paarse zetel (do. 20/2)

Dichter Paul Demets onderzoekt condition humaine (do.30/01)

Paul_Demets_(fotograaf_Kristien_Buyse)Op Gedichtendag 30 januari 2014 is leraar, dichter en poëziecriticus Paul Demets (°1966) te gast in de Paarse Zetel (Bib Gent-Zuid, 12.30-13.15u, gratis toegang). Demets is vooral bekend als poëziecriticus van Knack maar bespreekt recent ook veel podiumkunst voor De Morgen en Cobra.be. Hij was ook medewerker aan de kunstzomers van Watou en het Festival van Avignon. Zo publiceerde hij essays over de internationaal gerenommeerde Vlaamse kunstenaars Panamarenko  en Jan Fabre en over de fotografie van Bieke Depoorter. Vandaag is hij docent aan het KASK / School of Arts Gent.

Zo’n twintig jaar geleden stelde hij voor het NTGent een sterk educatief dossier samen rond toneelschrijver en dichter Hugo Claus, momenteel delft hij in de literaire vergeetputten naar relevante biografische feiten over dichter-schilder en verhalenschrijver Paul Snoek , die van zichzelf overigens beweerde nog groter te zijn dan zijn rivaal Claus.
In 2006 werd aan Demets de prestigieuze Taalunieprijs toegekend voor zijn project ‘Veroordeeld tot gedichten’. Zijn inventieve aanpak van poëzieonderricht in het technisch onderwijs in Eeklo leerde pubers bij het kiezen en lezen van gedichten tegelijkertijd omgaan met negatieve emoties, smaken en geuren uit gedichten omzetten in gerechten, of poëzieritmes in muziek en songs.

Zelf debuteerde Paul Demets als dichter in 1999 met de bundel De papegaaienziekte, een dichtbundel vol postmoderne ontregeling, waarrond enige controverse ontstond. ‘Vrees voor het bloemstuk’, in 2002 bibliofiel uitgegeven door DRUKsel, bleek toegankelijker : een soort verinnerlijkt verslag van een familiefeest, waarin het ik-personage al van bij het begin als een bloemstuk van tafel gevallen is en zich nooit meer wil samenrapen: ‘Ik wil niet heel. Wil vloeibaar in bloeseming / bottend luwen’.

bloedplkDemets’ recentste dichtbundel De bloedplek  (2011) werd gunstiger onthaald en bekroond met de Herman de Coninckprijs. Hoewel de aanleiding voor de bundel heel persoonlijk was – zijn dochter werd geboren met een hartafwijking – spreken de verzen zich uit in spiegelingen en dubbelgangers, maar altijd gaat het over lichamelijkheid, bedreiging, identiteit, zelfbehoud.
Het is een zoektocht geworden naar onszelf, naar de condition humaine in dit nieuw millennium: vanwaar al dat zinloos geweld, hoe vinden we onszelf in een vluchtige leefwereld met fragiele façades en illusies van verbondenheid en veiligheid? Daarmee raakte Demets maatschappelijke en ethische vragen aan die ons vandaag diep beroeren.

Jean-Paul Den Haerynck, Literatuurafdeling

Dichter Paul Demets onderzoekt condition humaine (do.30/01)

Paul Demets, Jean-Paul Van Bendegem, Aline Sax en Frits van Oostrom in de Paarse Zetel

aff-Paarse Zetel-vj2014Op donderdag 30 januari (Gedichtendag) gaat in de bibliotheek aan het Zuid een nieuw seizoen Paarse Zetellezingen van start. Je kan gratis naar de interviews van Griet Pauwels met deze culturele toppers: Paul Demets, Jean-Paul Van Bendegem, Aline Sax en Frits van Oostrom.
Praktisch: donderdagmiddag van 12.30 u tot 13.15 u (Achilles Musschezaal).

Programma:

Gratis toegang, deuren open om 12 u, dicht om 12.30 u of zodra volzet, geen reservering.

De voorbije Paarse zetellezingen via podcast.

Paul Demets, Jean-Paul Van Bendegem, Aline Sax en Frits van Oostrom in de Paarse Zetel

Maarten Doorman in de Paarse Zetel (do.28/11)

DoormanVoor de laatste najaarsaflevering van de Paarse Zetel is Maarten Doorman te gast – filosoof, essayist, criticus en dichter. Dit jaar verscheen van hem Je kunt bellen, een bundel gedichten waarin vooral vervreemding doorklinkt. De moderne mens, overstelpt met mails en het gerinkel van smartphones blijft verlaten achter.

Vervreemding en de daarmee gepaard gaande drang naar het natuurlijke en het echte vormen ook de leidraad in het filosofische essay Rousseau en ik (2012) dat als ondertitel meekreeg ‘de erfzonde van de authenticiteit’.
Daarin stelt Doorman dat met Rousseau het ‘ik’ in het westerse denken een ware gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Is het ‘ik’ van Descartes een denkend subject, bij Rousseau is het een voelend wezen geworden dat een centrale plaats inneemt.

Les Confessions opent met de zin:
‘Je forme une entreprise qui n’eut jamais d’exemple, et dont l’exécution n’aura point d’imitateur. Je veux montrer à mes semblables un homme dans toute la vérité de la nature ; et cet homme, ce sera moi.’
‘Dans toute la vérité de la nature …’, een streven naar het natuurlijke dat volgens Doorman nu nog ons dagelijkse leven beheerst en dat – net zoals bij Rousseau – ook in ons leven tot vele paradoxen leidt:
‘Ik zie het terug in het onderwijs, het idee dat het kind zichzelf moet ontplooien en niet lastig gevallen worden met regels, uit het hoofd leren…
Ik zie het in de politiek… In plaats van inhoudelijke meningsverschillen staat nu de geloofwaardigheid van politici op de voorgrond; de vraag of ze ‘deugen’ en of wij ons wel ‘echt door hen vertegenwoordigd voelen’…’
Ook zijn er de realityshows op TV, de voorgewende ‘spontaniteit’ op Facebook, de ware liefde in liedjes en films, en onze voeding die ‘echt, eerlijk, origineel en puur’ moet zijn. Alles in het idee dat het vroeger zoveel beter was.

Een mogelijk alternatief voor die nostalgische authenticiteitsdrang ziet Doorman in de vooruitgangsidee. ‘Vooruitgang betekent namelijk niet alleen ontwikkeling of een voortschrijdend proces, het is ontwikkeling in wenselijke richting’ …
Ook bij Rousseau is het verlangen naar het natuurlijke niet louter nostalgie maar meer een toekomstideaal.
‘…vooruitgang, als combinatie van traditie en kwaliteit, zou best eens een uitweg kunnen zijn uit de valkuilen die het verlangen naar authenticiteit met zich meebrengt. Natuurlijk klopt er weinig van de authentieke indruk die iedereen op Facebook probeert te wekken, maar is het probleem hier niet eerder dat de traditie van sociale omgangsvormen uit het oog is verloren… ?’

In Bibliotheek Zuid op de 2de verdieping staat momenteel een themastand over Maarten Doorman en Jean-Jacques Rousseau.

De toegang tot de Paarse Zetel is gratis, er is geen reservering mogelijk.
Het interview start om 12u30. De deuren gaan dicht zodra het interview gestart is.

Het programma voorjaar 2014 is in voorbereiding.
Noteer alvast de eerste Paarse Zetel, op Gedichtendag, donderdag 31 januari: een gesprek met Paul Demets.

(Her)beluister hier het interview met Oek de Jong.

Maarten Doorman in de Paarse Zetel (do.28/11)

Oek de Jong in de Paarse Zetel (do.14/11).

Jong-Oek-de-foto-Koos-BreukelMet Oek de Jong te gast bij Griet Pauwels in de Paarse zetel treedt een grote naam aan uit de recente Nederlandse literatuur. Geen veelschrijver wel maar een auteur die na zijn debuut in 1976 (De hemelvaart van Massimo) en  Opwaaiende zomerjurken (1979) opvallende romans schreef als Cirkel in het gras (1985) en Hokwerda’s kind (2002).
Na tien jaar stilte was Oek de Jong vorig jaar weer helemaal terug met Pier en Oceaan. Voor die lijvige roman die zich afspeelt in Zeeland en Friesland ontving de auteur dit voorjaar de Gouden Boekenuil 2013. In haar motivering schreef de jury o.a.: “Pier en oceaan roept een voorbije tijd op, het Nederland van de Tweede Wereldoorlog tot de jaren zeventig. Oek de Jong slaagt hierin door minutieuze beschrijvingen van de observaties van een sensitief kind, zonder in nostalgie te vervallen, zonder ooit het overzicht te verliezen. Het is een verhaal dat de tijd neemt, een langzaam verhaal, dat stilte ademt en je soms de adem beneemt.”
Oek de Jong blijft, ook in deze flitsende, snelle tijd geloven in de kracht en het belang van de roman. Daarover schreef hij zonet Wat alleen de roman kan zeggen door Johan De Haes bestempeld als “een stimulerend essay, ongetwijfeld voor een schrijver in de dop maar zeker ook voor de lezer die zich niet wil verliezen in romans die aan de essentiële kracht van het genre voorbijgaan”.

De toegang tot de Paarse Zetel is gratis, er is geen reservering mogelijk.
Het interview start om 12u30. De deuren gaan dicht zodra het interview gestart is.

De volgende gast in de Paarse zetel op donderdag 28 november is de Nederlandse filosoof en dichter Maarten Doorman.
Het programma voorjaar 2014 is in voorbereiding.

(Her)beluister hier het interview met Oek de Jong.

Oek de Jong in de Paarse Zetel (do.14/11).

Stripauteur Judith Vanistendael in de Paarse zetel (do.17/10)

Striptekenares en illustratrice Judith Vanistendael is te gast bij Griet Pauwels voor een interview – met beeld – in de Paarse zetel, op donderdag 17 oktober (12.30u-13.15u) in de Achilles Musschezaal van Bibliotheek Zuid.
Gratis toegang, geen reservering mogelijk. De deuren gaan dicht zodra het interview gestart is.

Judith, dochter van journalist en schrijver Geert van Istendael, illustreerde aan het begin van haar carrière kinderboeken en voor haar vader Vlaamse sprookjes (1995) en recenter Kerstverhaal (2008).
In 2007 verscheen het eerste deel van haar sprankelende stripdebuut De maagd en de neger; in 2009 het vervolg. In dit gelauwerde tweeluik vertelt ze schaamteloos en met veel humor over de relatie tussen een jong meisje en een vluchteling uit Togo. In 2012 verscheen haar tweede graphic novel Toen David zijn stem verloor, over een kankerpatiënt en de effecten van de ziekte op zijn familie, ‘een aangrijpende ode aan het leven’.

Judith Vanistendael studeerde aan de Hochschule der Künste in Berlijn, volgde Kunstwetenschappen aan de UGent en Beeldverhaal aan de Hogeschool Sint-Lukas in Brussel.

De volgende gasten in de Paarse zetel:

  • do.14 november: Nederlandse auteur Oek de Jong (Gouden Boekenuil 2013 voor Pier en oceaan)
  • do.28 november: Nederlands filosoof en dichter Maarten Doorman
  • Programma voorjaar 2014 is in voorbereiding.

Beluister hier de podcast van de Paarse zetel met Annelies Verbeke (do.3 oktober) en van de gasten van het voorbije jaar.

Stripauteur Judith Vanistendael in de Paarse zetel (do.17/10)